Dit was de gespreksstarter voor de focusgroep Internationalisering op 11 juni in Gent, waar professionals uit de circussector samenkwamen om de huidige staat van internationalisering te bespreken, ervaringen te delen, en ideeën uit te wisselen over hoe we de internationale samenwerking en netwerken binnen de sector verder kunnen versterken.
In de circussector is internationaal werken geen keuze, maar een realiteit. Vlaanderen is te klein voor lange speelreeksen en als niche sector is het vaak evidenter om op internationaal niveau de krachten te bundelen om aan praktijkontwikkeling en kennisuitwisseling te doen.
Internationalisering gaat niet alleen over het tonen van werk in het buitenland, het omvat een breed scala aan praktijken. Dit wordt ook benadrukt in de veldtekening internationaal cultuurbeleid die recent door de Vlaamse Overheid werd gepubliceerd:
“Het gaat over projecten die gericht kunnen zijn op creatie, (co-)productie en cofinanciering, presentatie en distributie, maar ook op kennisdeling en inhoudelijke ontwikkeling, op onderzoek, kritiek en reflectie, op educatie en opleiding…. Die activiteiten kunnen lokaal of in Vlaanderen plaatsvinden, maar ook in verschillende buitenlanden: de buurlanden, Europa, of andere continenten. Door de digitalisering en de hybridisering van de culturele praktijk is ook niet langer eenduidig vast te stellen waar die praktijken plaatsvinden. Niet zelden is dat op verschillende plaatsen en dimensies tegelijkertijd.”
Bronnen/extra leesmateriaal
Hieronder verkennen we recente ontwikkelingen, uitdagingen en kansen op vlak van internationalisering in het circuslandschap. We baseren ons hierbij op diverse bronnen die je zelf ook nog kan raadplegen als je dat wenst:
- In het artikel “On the Road” uit Circusmagazine #60 vertellen verschillende artiesten over hun ervaringen tijdens het internationaal touren.
- In de tweede internationale editie van Circusmagazine verscheen het artikel “Wij hebben vooral zin om onze droom te delen”. Over Amoukanama, dat probeert om bruggen te bouwen tussen België en Guinea.
- In 2023 voerde IDEA Consult in opdracht van DCJM en Circuscentrum een onderzoek uit naar de loopbanen van circusartiesten in Vlaanderen. Het onderzoek wijst op de complexe aard van duurzame (internationale) loopbanen in de circussector.
- In 2024 publiceerde International Federation of Actors een rapport over de werkcondities van circus artiesten. Hoewel het rapport geen informatie over Vlaanderen bevat, gaat het in op meer algemene uitdagingen rond internationaal toeren.
- In 2024 publiceerde de Vlaamse Overheid de ‘Veldtekening Internationaal Cultuurbeleid’ die dient als input voor het strategisch kader internationaal cultuurbeleid. In de bijlagen worden de verschillende deelsectoren waaronder circus apart besproken.
- Naar aanleiding van de Focus UK en de Focus FR publiceerde Circuscentrum verschillende artikels en twee brochures over deze focussen.
- De EU voerde in 2020 een onderzoek naar ‘The Situation of circus in the EU Member States’, de cijfers over België zijn beperkt, maar het onderzoek biedt een overzicht van de internationale context rond circus.
- Circuscentrum hield de voorbije jaren uiteraard ook vinger aan de pols bij de verschillende actoren in het veld via (deel)sectorale overlegmomenten, individuele gesprekken, infosessies….
- Vanuit die kennis biedt Circuscentrum ook inspiratie aan het beleid, o.a. over ‘structurele internationale verankering’
Vaststellingen
Vlaamse circusartiesten zijn sterk internationaal georiënteerd. Uit de bevraging van IDEA Consult rond circusloopbanen blijkt dat 70,6% van de bevraagde artiesten zowel binnen als buiten Vlaanderen/Brussel werkt, 13,7% van de artiesten werkt uitsluitend in het buitenland. Dit komt door verschillende factoren: veel artiesten hebben in het buitenland gestudeerd, in Vlaanderen en Brussel zijn er bijna geen plekken om kortere acts te spelen en circuscreaties in Vlaanderen kennen vaak langere speelreeksen waarvoor de Vlaamse afzetmarkt te klein is.
Hoewel het circus-ecosysteem in Vlaanderen en Brussel sterk is uitgebouwd, kan men er geen hogere opleiding circus volgen. Circusartiesten trekken voor hun hogere studies noodgedwongen naar de Franstalige opleiding in Brussel (ESAC) of naar het buitenland. Volgens het onderzoek naar circusloopbanen van IDEA Consult zijn de populairste opleidingen in het buitenland AcaPa (NL), Codarts (NL), CNAC (FR), SKH – Stockholm University of the Arts (SE), Le Lido (FR), Ecole Nationale de Cirque (CA). Het volgen van een opleiding in het buitenland zorgt er ook voor dat circusgezelschappen, vaak gevormd aan het einde van een opleiding, internationaal samengesteld zijn.
Circusvoorstellingen zijn vaak woordeloos en daarom universeel toegankelijk. In het onderzoek van FIA staat: “This extraordinary mobility, whether within a country or across borders, is facilitated by the universalist spirit of the circus and the absence of language barriers that characterises it, enabling circus performers to make people laugh and move them wherever they are.”
In gesprekken met internationale spelers stelt Circuscentrum vast dat er met jaloezie en bewondering wordt gekeken naar het Vlaamse circusbeleid. In een korte bevraging van partners binnen de focus UK werd vaak aangehaald dat de actieve ondersteuning en subsidiemogelijkheden van de Vlaamse overheid een van de grootste verschillen met de situatie in het VK vormt.
Uitdagingen
Het opbouwen en onderhouden van een (internationaal) netwerk is niet eenvoudig. Het vinden van internationale contacten is een moeilijke zoektocht, en het verder onderhouden van deze contacten vraagt een volgehouden inspanning waarvoor niet altijd tijd, ruimte en energie is. Omgekeerd is het voor artiesten die in het buitenland afstudeerden vaak lastig om een netwerk op te bouwen eens ze terug zijn in België. Circusateliers vormen voor alumni vaak de plek waar opnieuw aansluiting wordt gezocht met het Vlaamse circuslandschap.
De complexiteit van internationale wetgeving vormt vaak een drempel bij het internationaal werken en toeren. Het is niet eenvoudig om het overzicht te behouden over de verschillende regels voor rij- en rusttijden, emissiezones, contracten, enzovoort. Er is nood aan juridische hulp bij geschillen en informatie over administratieve verplichtingen bij internationale opdrachten. Voor gezelschappen die met een tent of zware rigging toeren, komen hier extra uitdagingen bij rond keuringen en veiligheidsvoorwaarden die in elk land anders zijn. Daarnaast brengt (inter)nationaal werken met een internationaal samengesteld gezelschap uitdagingen met zich mee op het vlak van arbeidswetgeving, sociale zekerheidswetgeving, belastingen en BTW. Op de hoogte blijven van de geldende wetgeving vraagt constante aandacht.
Intensief internationaal toeren wringt ook meer en meer met het ecologisch bewustzijn van heel wat circusactoren. Het vele reizen, met alle nodige materialen, is immers ecologisch aanzienlijk belastend. Deze ecologische sensibiliteit speelt in toenemende mate een rol in loopbaankeuzes. In het onderzoek van IDEA consult over circusloopbanen werd vermeld dat sommige artiesten hun internationale mobiliteit afbouwen en bewust meer inzetten op activiteiten in Vlaanderen en Brussel.
Daarnaast vergt internationaal werken veel tijd en inspanning, zeker in combinatie met een gezin. Een internationaal werkschema, gecombineerd met de onregelmatige werkuren en uren buiten de normale school- of kinderopvanguren, bijkomende taken en de hoge werkdruk, maakt internationaal werken moeilijk volhoudbaar.
In het onderzoek naar circusloopbanen van IDEA consult werd ook opgemerkt dat er een duidelijke grens bestaat tussen Vlaanderen en Wallonië op het vlak van circus: Vlaamse circusartiesten spelen zeer weinig in Wallonië, en de respondenten in het onderzoek hadden daarnaast weinig zicht op de mogelijkheden over de taalgrens. Er is met andere woorden nog ruimte om de connecties met Franstalig België te versterken en verder uit te bouwen.
Kansen
Er bestaan verschillende stevig uitgebouwde internationale circusnetwerken en -platformen: European Youth Circus Association (EYCO), Caravan Circus Network, Circostrada, FEDEC, CARP, INCAM, European Circus Association (ECA), … die zich richten tot verschillende segmenten van de circussector en zorgen voor kennisopbouw en samenwerking rond specifieke thema’s. Deze internationale initiatieven zijn plekken van ontmoeting waar spelers uit verschillende landen aan (kennis)uitwisseling kunnen doen en elkaar kunnen inspireren.
Voor internationaal werken bestaan verschillende instrumenten. Binnen het Circusdecreet is het mogelijk om projectsubsidies aan te vragen voor internationale mobiliteiten of ontwikkelingsgerichte beurzen, die regelmatig worden ingezet voor buitenlandse projecten. De circussector doet steeds meer beroep op deze Vlaamse subsidies voor de internationale werking; zo werd in 2023 meer dan €78.000 aan subsidies toegekend voor internationale reiskosten binnen het Circusdecreet. Naast de mogelijkheden binnen het Circusdecreet biedt het Departement Cultuur, Jeugd en Media in het kader van haar internationaal cultuurbeleid ook kansen om financiering aan te vragen voor bilaterale samenwerking met bepaalde regio’s. Ook naar de Europese middelen weet de Vlaamse circussector de weg te vinden. Zo hebben 5 van de Vlaamse circusateliers sinds 2014 in totaal 19 projecten ingediend bij Erasmus+. Daarnaast zijn er andere Europese programma’s zoals Creative Europe die mogelijke toegang bieden tot externe projectfinanciering voor organisaties (Europese samenwerkingsprojecten) of op individueel niveau (bvb Culture Moves Europe). Deze programma’s zijn echter vaak nog niet gekend genoeg en het wegwijs raken in de verschillende projectoproepen, ontvankelijkheidscriteria en richtlijnen vraagt energie, tijd en vaardigheid.
De Vlaamse overheid zet in op internationale projecten die de circussector nieuwe kansen bieden. Zo werden de voorbije jaren de Focus UK en Focus Frankrijk georganiseerd in samenwerking met Circuscentrum. Een korte bevraging bij de 12 deelnemende gezelschappen (6 Vlaamse en 6 Waalse) aan La Cour des Belges op Chalon de La Rue toonde aan dat dit initiatief resulteerde in ongeveer 200 bevestigde boekingen in 2023-24. Dit soort gerichte inspanningen, gericht op het uitbouwen van connecties met buitenlandse circussectoren, vergroten niet alleen de afzetmarkt voor Vlaamse circusartiesten, maar bieden ook uitgebreide uitwisselingsmogelijkheden voor de gehele circussector dankzij het samenbrengen van professionals via verschillende activiteiten (bvb. deelname study visits, buitenlandse delegaties,…). Maar ook internationale initiatieven georganiseerd in eigen land zoals het professionele programma’s tijdens festivals of de organisatie van de internationale conferentie rond veiligheid in Antwerpen, bieden veel mogelijkheden om internationale connecties aan te gaan en te onderhouden.
Heb je aanvullingen of opmerkingen over deze conversation starter?
Neem dan gerust contact op met anne@circuscentrum.be
Circusmagazine is het driemaandelijks tijdschrift voor de circuskunst. Op eigentijdse wijze bericht het over verleden, heden en toekomst van de circuswereld in Vlaanderen and beyond.
Abonneer je hier