Entree: Gender

Een redactielid van Circusmagazine laat zijn of haar licht schijnen op de wonderlijke (circus)wereld. Klom deze keer in de pen: Mahlu Mertens.

Mahlu Mertens ©Michiel Hendryckx
©Michiel Hendryckx

Als vierjarige kwam onze dochter op een dag hevig huilend naar ons toe. Ongerust vroegen we wat er aan de hand was. Wat bleek: ze had beseft dat ze later nooit Sinterklaas zou kunnen worden. Niet omdat de goede man niet bestaat, maar omdat hij een man was. En zij was een meisje. Het waren dan ook geen tranen van verdriet, maar van boosheid en ze verwachtte van ons een verklaring voor deze flagrante oneerlijkheid. Terwijl wij ons gezicht in de plooi probeerden te houden, waren we zowel opgelucht over de onschuld die intact bleef (“oef, ze gelooft nog in de Sint”) als geschokt dat ze nu al besefte dat meisjes en jongens niet altijd dezelfde beroepsperspectieven hebben.

1 september: ik zet onze ondertussen zes jaar oude dochter af aan de lagere school voor haar allereerste échte schooldag. Een moment dat voor mij misschien nog wel van grotere symbolische waarde is dan voor haar. Nu begint het echt. Vol vertrouwen loopt ze de schoolpoort door met haar nieuwe boekentas op haar rug, nieuwsgierig en vol goesting om te leren. Uit onderzoek blijkt dat meisjes op deze leeftijd nog even ambitieus zijn als jongens. Ze geloven dat ze alles kunnen worden als ze maar goed genoeg hun best doen op school: minister-president, astronaut, dokter, en – al werd daar in het betreffende onderzoek vast niet naar gepeild – misschien zelfs wel een sterke circusartiest.

Helaas zal dat niet lang zo blijven, toont datzelfde onderzoek aan: terwijl onder de zesjarigen nog evenveel jongens als meisjes later de baas van een land willen worden, is er tegen de tijd dat ze naar de middelbare school gaan, een significant verschil ontstaan tussen de droomberoepen van de twee: de meisjes hebben geleerd anders – kleiner? – te dromen.[1] Zelf was ik mij als kind lang niet bewust van de onbewuste verwachtingen die gelinkt zijn aan gender, wat misschien verklaart waarom ik als veertienjarige nog zonder schroom verkondigde dat ik minister-president van Nederland wilde worden als mensen vroegen naar mijn toekomstplannen. Uiteindelijk werd ik niet de leider van een land, maar wel van een gezelschap: als regisseurs richtten Hanne Vandersteene en ik samen Grensgeval op, een gezelschap dat dus geleid wordt door twee vrouwen, iets wat, zoals Hazel Lam verderop in dit nummer constateert, in het veld van circusperformances nog altijd een uitzondering is. Hoewel er meer en meer gezelschappen zijn met vrouwen op en naast de scène, is er dus nog werk aan de winkel.

Bij elke nieuwe voorstelling stellen we onszelf als makers de vraag in hoeverre de identiteit van de performer ertoe doet. Dat is een complexe vraag waarop het antwoord vaak zowel ja als nee is. In die zin zijn de kunsten natuurlijk een gekke sector: waar discriminatie op grond van zaken als gender, kleur en afkomst bij sollicitaties verboden is, kan het bij audities soms een doorslaggevende factor zijn, omdat vanwege de thematiek of de rol soms bepaalde identiteitskenmerken noodzakelijk zijn. Dat Shakespeare’s Othello zwart is, is bijvoorbeeld essentieel voor het verhaal. Zelf bevond ik mij onlangs in de bevreemdende situatie dat ik een zeer capabele acrobaat moest vertellen dat we voor een onderzoek toch niet met hem konden werken, enkel omdat hij helaas geen vrouw was. Tegelijkertijd is het belangrijk om jezelf kritisch te bevragen: ja, historisch gezien is Hamlet een man, maar moet dat echt? (Guy Cassiers vond van niet en vroeg een vrouw). Casting kan, met andere woorden, voorgewend worden als excuus om niks te veranderen, maar het kan evengoed een tool zijn om normen en gewoontes te bevragen en open te breken. Er is vandaag al veel aan het bewegen in de circuskunsten, maar het kan en moet nog beter.

1 september is een typisch moment voor goede voornemens, maar het gevaar is dat er uiteindelijk niks van in huis komt. Wat kan helpen, is om je voornemen concreet en openbaar te maken. Ik zal alvast beginnen: ik zal voor mijn dochter een personage creëren dat toont dat je als vrouw tegelijkertijd lief én stoer, zacht én krachtig kunt zijn. Ik beloof bij dezen dat ik een concept zal bedenken voor haar en alle andere kleine meisjes met grote dromen, en dat ik net zo lang zal zoeken tot ik een superstraffe performer heb gevonden die geknipt is voor de rol. Hopelijk zegt zij ja. En hopelijk zal de huidige generatie zesjarige meisjes tegen dat ze twaalf is zo veel sterke vrouwen op een podium hebben gezien, dat ze nog niks aan ambitie heeft moeten inboeten. Dat ze nog steeds minister-president wil worden, en het net als jongens doodnormaal vindt om later groot én sterk te worden.

[1] In het onderzoek werd gender nog binair opgevat. Ook op de speelplaats gaat het nog over de jongens versus de meisjes. Omdat deze column vertrekt vanuit het perspectief van mijn dochter en de bevindingen van het onderzoek, laat ik dat hier even zo. Ik ben me er echter van bewust dat dat een simplificatie is.

Auteur: Mahlu Mertens // Fotograaf: Michiel Hendryckx
Dit artikel verscheen in Circusmagazine #72 (september 2022)