Goed nieuws en slecht nieuws. Eerst het goede nieuws: De Stijle, Want… bestaat veertig jaar! Om dat te vieren toert het Nederlandse gezelschap van olijke fratspatsers door Europa, waaronder nog enkele keren in België. Het slechte nieuws: het is ineens ook de laatste tournee. ‘De geest vindt het fijn, maar het lichaam doet pijn,’ laat bezieler van het eerste uur Harrie Verkerk (70) weten. Samen met confrater Adrie Pinxten (63) schuift hij aan voor een afscheidsinterview in uw favoriete circusmagazine, waarin ze de geschiedenis van de compagnie in zeven hoogtepunten doorlopen.
De Stijle, Want… staat vooral bekend voor zijn korte humoristische theaterminiaturen in een kleine tent, voor een beperkt publiek dat zich met plezier in de maling laat nemen. Desondanks stonden op tijd en stond ook grotere zaalvoorstellingen op het repertorium. Nostalgie is nooit veraf in de compagnie, die teruggrijpt naar traditioneel circus, wildwestshows en wat nog meer. De groepsnaam verwijst naar de steile wand, een oude kermisattractie waarbij een of meerdere motorfietsen als balletjes in een draaiende roulette tegen de wanden van een kuip oprijden. Voor we beginnen aan het lijstje met hoogtepunten, eerst de vraag die elke lezer zich nu stelt:
Waar komt die woordspeling vandaan?
Harrie Verkerk “Dat weten we eigenlijk zelf niet. In 1984, het jaar van onze oprichting, gingen we op een artiestenbeurs staan. Samen met andere groepen uit Tilburg besloten we om een brochure te maken om onszelf aan te prijzen. Alle teksten waren klaar, maar het was de drukker die ons erop wees dat we geen naam hadden. ‘Doe maar de steile wand, maar dan met lange ij, komma, drie puntjes,’ zeiden we, en we gingen nog wel iets anders bedenken. Dat is er nooit meer van gekomen, al bleek de naam niet heel geschikt voor buitenlandse optredens.”
Adrie Pinxten “Wat ik wel mooi vind aan de steile wand – de toenmalige attractie – is de snelle en eenvoudige actie. Ook wij verleiden ons publiek tot actieve deelname aan onze voorstellingen, en ook in onze voorstellingen is de actie eenvoudig en direct, zonder verborgen dubbele bodems in het verhaal.”
Neem ons terug naar het prille begin van De Stijle, Want…
Harrie “We hadden met vier vrienden het idee opgevat om de apenkastjes na te spelen. Die stonden in het warenhuis en als je daar een muntje in gooide, begonnen die mechanische aapjes muziek te maken. Maar dat zal jij je niet meer herinneren, zeker?” (lacht)
Ik was een jaar oud in 1984.
Harrie (lacht door) “Wel, wij waren al in de dertig. Om die apenkastjes in het echt na te bootsen hadden we een tentje nodig en nog vijf extra muzikanten. Eens dat project rolde, voelden we dat we meer konden doen dan enkel de apenkastjes naspelen, en ontwikkelden we nieuwe ideeën voor korte voorstellingen, vaak voor één toeschouwer tegelijk, die dan overrompeld werd door zo’n zestal artiesten. Dat werd de basisformule van De Stijle, Want… en drie jaar na de oprichting mochten we al in Canada gaan optreden, in Toronto en Montreal. Vlak daarvoor, tijdens koninginnenacht in Eindhoven, was onze tent in brand gestoken, dus hebben we in allerijl nog talloze herstellingswerken moeten uitvoeren aan decorstukken, aan het zeil en noem maar op. Hoe dan ook, het was eigenlijk een uit de hand gelopen grap en de meeste leden van de oorspronkelijke groep gaven te kennen dat ze, na het hoogtepunt dat Canada was, zouden stoppen met De Stijle, Want…, maar Rob Van Gestel en ik probeerden om de groep te professionaliseren. Zo is Adrie erbij gekomen.”
Adrie “Heb je tot nu toe vragen? Misschien kan je al even een samenvatting maken?”
(beide schaterlachen)
Adrie “Ik was erbij van 1987 tot 1997, en van 2015 tot nu. Ik wilde als artiest de kost verdienen en toen een aantal leden van de Stijle, Want… een operaproductie maakten met een orkest van conservatoriumstudenten, Orpheus in de Onderwereld van Offenbach, auditeerde ik als zanger en werd ik aangenomen. Zo heb ik Harrie leren kennen. In een volgende voorstelling, Het Wilde Westen, mocht ik de indiaan spelen. Dat is voor mij nog altijd een hoogtepunt in mijn leven. Ik word nog steeds gelukkig van de gedachte dat ik beroepshalve zoveel plezier kon maken.”
Harrie (tussen het lachen door) “Daar kwam je acteertalent ook het meest tot zijn recht!”
Adrie (lacht mee) “Ja, ik kon namelijk klein én snel zijn, en had geen moeite met fysieke bejegening van mensen. Nou, dat mocht ik allemaal doen hier! Een van de aspecten die De Stijle, Want… typeren is de naïviteit. Hoe zal ik het zeggen? Wij gaan door in de kinderlijke fantasie waar de meeste mensen mee stoppen als ze ongeveer elf jaar zijn. Zo kom je tot voorstellingen waarin het publiek wordt aangevallen door een indiaan.”
Adrie “Door ons concept van korte voorstellingen voor een klein publiek hebben we altijd een lange wachtrij, die wij ook wel entertainen. Ik houd de beste herinneringen over aan de Italiaanse wachtenden, omdat zij eigenlijk hetzelfde doen als wij: direct reageren op situaties en niet verlegen zijn om je recht in de ogen te kijken. Ze zijn heel expressief en openlijk emotioneel. Vaak beginnen ze allemaal tegelijk tegen mij te praten. Dat vind ik gaaf, want ze brengen mij in verlegenheid en dan ben ik de kluts kwijt. Maak het mij maar moeilijk, dan hoef ik niet meer te acteren, het komische effect is er vanzelf.”
Harrie “We proberen altijd de taal te spreken van het land waarin we optreden. Bij de Italianen lukte dat maar half, maar ze speelden het spelletje mee. We hebben hele conversaties gehad met ze tijdens de performance. Na zo’n woordenstroom wilden we weten of ze er eigenlijk iets van begrepen hadden, bleek van niet, maar dat hebben ze niet laten merken. In Spanje hetzelfde verhaal. Ze waarderen gewoon dat je de moeite doet om hun taal te spreken. Heel anders dan in Frankrijk, daar willen ze je altijd verbeteren als je een fout maakt.”
Hoeveel dagen per jaar zijn jullie gemiddeld van huis weg?
Harrie “Dat verschilt nogal per seizoen, maar het gaat al gauw boven de honderd dagen.”
Jullie behoren dan tot de groep artiesten die met klem de romantiek van het reizende bestaan ontkennen?
Harrie “Aan het reizen van hotel naar hotel is niets romantisch.”
Adrie “Het reizen naar een festival heeft wel nog enige romantiek. Je komt aan op een nieuwe plek en daar word je ontvangen door mensen die duidelijk blij zijn dat je er bent, hetzij organisatoren, hetzij publiek.”
Harrie “Recent hebben we nog eens in Detmold in Duitsland opgetreden, en daar hebben we echt fans. We waren nog niet begonnen aan de voorstelling en de wachtrij bestond al uit meer dan honderd mensen. In die tijd hadden we onze speeluren al beperkt tot een uur en een kwartier (was vroeger langer, red.), dus wie achteraan stond wist niet eens of ie nog binnen zou geraken. Toen we op het terrein kwamen, begon de hele rij te applaudisseren. Dat is ons nog nooit overkomen. Als klap op de vuurpijl kregen we na de laatste voorstelling nog bezoek van zo’n vijftien mensen, geen organisatoren, maar toeschouwers. Ze droegen ons op om zelf de tent te betreden. We dachten ‘Ja hallo, wij maken hier de dienst uit. Dat doen we niet’. Maar ze stonden erop. Na een paar minuten kwamen we weer buiten en stonden ze klaar met drankjes en een toespraak om ons te bedanken voor alle vreugde van de voorbije jaren.”
Wat is zowat de verste uithoek van de wereld waar je bent beland?
Harrie “Dat is sowieso Nieuw-Zeeland. We werden daar verwelkomd door een groep tieners, waaronder veel Maori, die een haka voor ons dansten. Daarna vroegen ze de aanwezige artiesten uit allerlei landen of zij iets konden brengen van onze eigen cultuur. Dat werd na een aantal bijdragen nogal zwaarmoedig. Gerard Olthaar en ik hebben dan een luchtig Rotterdams liedje gezongen!” (lacht)
Met al dat reizen durf ik het bijna niet te vragen: hebben jullie thuis nog een partner en zo ja, weten jullie nog hoe die eruitziet?
Harrie (even serieus) “Mij heeft het wel de nodige problemen opgeleverd. Ik ben gedurende al die jaren meerdere partners kwijtgeraakt. Nu heb ik wel al acht jaar een bestendige relatie, dus blijkbaar kan het. Maar het is niet altijd gemakkelijk, want het gemis is voor het thuisfront groter dan voor ons, die onderweg zijn.”
Adrie “Ik heb dan weer mijn partner te danken aan De Stijle, Want… Ik twijfelde eraan om dat in mijn lijstje met hoogtepunten op te nemen.”
Harrie (proest het uit van het lachen) “Dat is jouw absolute hoogtepunt!”
Adrie “Ja, nee, ik houd natuurlijk erg veel van haar, maar dat is een hoogtepunt dat gebeurde na het optreden, in de geoorloofde vrije tijd van De Stijle, Want…, niet tijdens het werk.”
O jee, je hebt ergens een wilde fan opgescharreld.
Adrie “Nou, ik was anders ook wel fan van haar. Maar ze zag mij inderdaad tijdens het spelen, dus wanneer ik op mijn best ben. Zij was serveerster in een Belgische spiegeltent op hetzelfde festival, en ze had een mooie bloem in haar haar. Nu is ze al 35 jaar mijn vrouw.”
Harrie “Doet me trouwens nog denken aan een bijzondere ontmoeting van tien jaar geleden, tijdens een optreden op Theater op de Markt in Hasselt. Toen werden we benaderd door een voor ons totaal onbekende vrouw, die haar dochter aan ons voorstelde. Ik vroeg wat de reden voor deze eer mocht zijn, en ze zei: ‘jullie’. Blijkbaar heeft ze eind jaren ’80, toen we in Antwerpen speelden, aangeschoven achter een groepje mannen. Toen die de tent binnen mochten, was er nog plaats voor één extra toeschouwer. Dat was zij, en tijdens onze voorstelling heeft zij haar man leren kennen.”
Adrie “Dus wie nog op zoek is, heeft nog maar een paar kansen.” (lacht)
Adrie “Sommige voorstellingen zijn voor één persoon tegelijk. Dus als we driehonderd bezoekers hebben, doen we driehonderd keer hetzelfde. Toch ervaar ik optreden met De Stijle, Want… als heel gevarieerd. Toen ik erbij kwam, speelden we elke avond een andere voorstelling. Dat heette Vers van de Pers, en elke ochtend bedachten we een voorstelling voor die avond, gebaseerd op het voorpaginanieuws van de krant van die dag. We deden maximaal beroep op onze creativiteit en humor, en moesten ook geregeld op zoek naar nieuwe decorstukken. Het gaf dagelijks de kick die je krijgt als je iets voor het eerst doet.”
Harrie “Dat was ook op artistiek vlak een hoogtepunt voor ons.”
Ik weet niet of ik het zelf zo comfortabel zou vinden om als enige in het publiek te zitten. Dat is toch een intiem contact.
Harrie “Dat begrijp ik. Buiten zetten we mensen altijd op het verkeerde been, en vaak is de situatie binnen dermate ontwapenend dat je je bescherming al snel loslaat.”
Adrie “We willen dat de mensen verrast en overrompeld worden. Daardoor gedraagt het publiek zich irrationeel en kunnen de emotionele reacties divers zijn. Ik heb vooral heel veel mensen zien lachen in het publiek, maar heb ook weleens tranen zien vloeien en mensen zien omvallen van schrik.”
Harrie “En één keer iemand die met een ambulance moest weggevoerd worden, maar die zat een uur later alweer wijn te drinken naast de tent, dus dat viel wel mee.” (lacht)
Harrie “Toen we in Canada speelden maakten we deel uit van het rondreizend theaterfestival Boulevard of Broken Dreams. We hebben de leider van dat project, Terts Brinkhoff, geïnspireerd voor de opvolger daarvan, De Parade, die nu nog altijd elke zomer door Nederland trekt.”
Adrie “Hij zag immers dat De Stijle, Want… voor de voorstelling parade maakte, wat zoveel betekent als actief reclame maken voor de show. Hij vond dat een goed concept voor een nieuw rondtrekkend festival, het idee dat alle groepen voor hun tent reclame moeten maken om publiek te werven.”
Harrie “Je staat op dat festival immers op eigen risico en haalt alleen inkomsten uit het entreegeld van de bezoekers. En zo ontstaan er voor de tentjes kleine podia waar showtjes worden opgevoerd om mensen te lokken. In de beginjaren van De Parade hadden we ons hoogtepunt in volume, want we stonden er met drie tentjes. In onze loods stonden er twee vrachtwagens, een aanhangwagen, drie caravans en iemand die vast in dienst was om al dat materiaal te onderhouden.”
Harrie “Op een bestuursvergadering zeiden we half voor de grap dat we een groot feest wilden houden voor ons 25-jarig bestaan in Dommelhof Neerpelt. De volgende ochtend had Marc Celis, die in onze raad van toezicht zetelt en toentertijd ook directeur van Dommelhof was, al een datum geregeld, ook al hadden we geen idee wat we zouden doen! We besloten om een feest van 25 uur te houden met bevriende artiesten. We hadden vijftig groepen gecontacteerd in de veronderstelling dat de helft daarvan zou kunnen komen. Maar ze kwamen alle vijftig, dus hadden we elk halfuur een nieuwe act. Om de aanvangstijd te bepalen, hielden we een tombola. Sommige artiesten moesten rond vier uur ’s nachts optreden, maar ook dan was er nog veel publiek. Voor ons was het wel heel zwaar, omdat we de volledige marathon wakker zijn gebleven.”
Adrie “En bij ons 35-jarig bestaan hebben we een documentairemaakster (Sophie Tooten, red.) gevraagd om in beeld te brengen wat het publiek niet ziet bij De Stijle, Want…, zoals het reizen, het op- en afbouwen enzovoort. Wij worden ook geïnterviewd in haar documentaire. De centrale vraag was: ‘wat bezielt mannen van boven de zestig om nog zoveel energie te steken in optredens overal ter wereld?’ Voor mezelf had ik wel een vermoeden waarom ik doe wat ik doe, maar ik vond het interessant om de antwoorden van mijn collega’s te horen. Bij Harrie gaat het om het sociale contact met anderen. Rob Van Gestel zei dat ie altijd iets nieuws wilt verzinnen, terwijl ik het fijn vind dat De Stijle, Want… een beroep doet op een eigenschap die ik erg waardeer aan mezelf, namelijk spits zijn, ad rem, moedig en gevat. Als je ouder wordt, hoef je die kwaliteiten steeds minder in te zetten, en dat vind ik een verlies. Maar bij De Stijle, Want… worden die juist versterkt.” (lacht)
En nu stopt het na veertig jaar. Hoe leef je toe naar het slot?
Harrie “Een beetje bivalent. In het hoofd zou ik er nog jaren mee willen doorgaan, maar het lichaam kan het niet meer aan. En we willen niet werken met een bouwploeg voor de tenten, dat doen we zelf. Zoals we nauw contact willen met het publiek, willen we dat ook met ons materiaal. Fysiek ben ik eraan toe om er mee te stoppen, en omdat we al twee jaar toewerken naar het eindpunt, ben ik er mentaal ook wel klaar voor. Maar ik weet zeker dat ik het vreselijk ga missen. Het is een beëindiging van een levensfase.”
Adrie “De voorstellingen bij De Stijle, Want… duren maar kort, maar er ontstaat altijd snel verbinding tussen mij en het publiek. Eigenlijk gaan we samen gewoon even plezier maken. Bij ons is dat gegarandeerd, maar in het gewone leven is dat eerder toevallig, terwijl ik die dagelijkse gelukjes toch koester. Dus ja, ik ga wel een paar traantjes laten als het zover is.”
Auteur: Tom Permentier
Dit artikel verscheen in Circusmagazine #80 (september 2024)
Circusmagazine is het driemaandelijks tijdschrift voor de circuskunst. Op eigentijdse wijze bericht het over verleden, heden en toekomst van de circuswereld in Vlaanderen and beyond.
Abonneer je hier