Salomé Mooij reageert op de aanval van Thierry Baudet
Ik heb niet veel politieke opinies, ik snap eigenlijk niet hoe mensen dat doen, alles is van zoveel kanten te bekijken en op zoveel verschillende niveaus gelden andere wetten en een ander verhaal. In die zin weet ik niet of ik een goeie opinie kan schrijven. Het ging ook al niet zo goed met een standpunt innemen toen ik in praatprogramma’s terechtkwam nadat mijn struikelfilmpje viraal ging. Mijn kwaliteit ligt eerder in het durven zoeken, in mijn nieuwsgierigheid. Nieuwsgierigheid naar hoe we ons gedragen, hoe we met elkaar omgaan, in de kleine interacties. Hoe we spreken, met onze woorden en onze lichamen, hoe we samenleven en hoe we zouden kunnen samenleven. Het persoonlijke als het politieke dus; in de concrete omgang met elkaar. In die zin kan ik wel mijn zoektocht delen, mijn zoektocht naar het af en toe balanceren op een standpunt. Het zoeken naar hoe me als clown te verhouden tot deze tijd.
Sinds een aantal jaar ben ik me aan het verdiepen in de aanwezigheid en logica van de clown binnen het maken van mijn performances. Hierdoor slenter ik langs allerhande houdingen en benaderingen. Er is een algemene beeldvorming van de clown als entertainer die niet serieus genomen kan worden, of die angstaanjagend grijnzend kinderfeestjes vermaakt en zich daarna bezat. Ook politici worden in deze tijd vanuit een diepe frustratie, teleurstelling of cynisme vaak met clowns geassocieerd, cfr. Boris Johnson, Donald Trump; zij die niet serieus te nemen zijn, incompetent, zich grotesk en buitensporig gedragen, ons entertainen in plaats van leiden, met een absurditeit die moeilijk lijkt te rijmen met verantwoordelijkheid.
Er zijn veel nuances en verschillen binnen het clownuniversum. Er is de buffoon clown die lacht om de ander, maar altijd vanuit zijn positie als underdog die de machtigen probeert te relativeren. En er is de trickster, die kenmerken deelt met de clown maar toch een heel andere functie vervult. De trickster is een opzettelijk of onbewust disruptief figuur die regels en conventies breekt, tussen verschillende werelden beweegt, tussen orde en chaos en zowel destructief als constructief kan zijn. De trickster heeft het potentieel om de wereld op zijn kop te zetten. In die zin lijkt Trump eerder op een trickster dan op een clown. De clown is veel onschuldiger, speelt geen psychologische spelletjes, maar evoceert de lach door absurditeit, overdrijving en een fysieke verkenning van sociale normen. In die lach worden spanningen ontladen en onze menselijke stunteligheid omarmd. De clown is in die zin dus veel naïever en onschadelijker. Hij/zij/hen belichaamt de menselijke conditie, kan onze diepste angsten het meest direct adresseren, onze kwetsbaarheid, vreugde en falen.
Toen mijn werk in het online praatprogramma van Thierry Baudet (extreemrechtse politicus uit Nederland, red.) belandde met een uit de context gerukt promotiefilmpje rond mijn struikelonderzoek als moderne clown, bevond ik mij ineens in het midden van de polarisatie van de samenleving, of zo voelde het toch. Dit enigszins onhandige, ongecontextualiseerde en sensationele filmpje was een uitmuntend doelwit om op te schieten vanuit verschillende niet-kunstminnende kanten. Een kunstenaar die zich clown noemt en heel serieus aan het struikelen is: gaat daar ons belastinggeld heen?! Dit bewijst dat kunst moet worden afgeschaft! Ik wist nog niet dat de clown zo provocatief was in deze tijd, maar tegelijkertijd vond ik het interessant dat mijn onderzoek niet (langer) braaf en ongevaarlijk was.
In mijn zoektocht naar hoe me te verhouden tot dit alles, dacht ik eerst: “Ah, interessant! De clown is in staat om met zichzelf te lachen. Hier zie ik vijf mannen die alleen maar om anderen lachen. En toch denken ze boven hen te staan.” Toch voelde ik dezelfde tendens bij mezelf; ik zag ook deze vijf (‘witte, geprivilegieerde, oudere’) mannen als karikatuur. Hier zijn we dan, dacht ik: in de intensiteit van de polarisatie waarin we ons bevinden, kunnen we alleen karikaturen van elkaar maken. Dat raakt me. We ontpersoonlijken en daarmee ontmenselijken elkaar, waar is het ‘bankje in het midden’? Maar aangezien de neutraliteit van het midden niet bestaat, is de vraag eerder: waar is de way out, de derde weg? Waar is de persoon die kan zeggen ‘welke appel?’ wanneer iemand een fictieve appel omhoog houdt en de ene zegt ‘het is een rode!’ en de ander zegt: ‘nee, een groene!’?
Ik ontmoette een man met paranormale gaven die me vertelde dat we op deze aarde, in tegenstelling tot de relatieve harmonie op andere planeten, in een moment leven van ultieme polarisatie. We zitten in een prophesied polarisation process, en het is de vraag wat we ervan kunnen leren. Ook mijmerde hij: “when you’re fighting it, you’re enlarging it in energy, it’s about how to accept the polarisation.”
Baudet nodigde mij aan het einde van hun online gesprek uit aan tafel. Ik wilde vanuit mijn overbruggingsdrang eigenlijk graag gaan, maar werd te bang door de zorgen van mijn naasten. Baudet nodigt de gasten uit, zij editen het gesprek, het is zijn territorium.
Ik hoop dat ik op een dag genoeg zelfvertrouwen heb om niet meer bang te zijn om in welke context dan ook binnen te stappen en te weten hoe ik bij mezelf kan blijven en niet voor andermans agenda te worden ingezet. Ik had graag aangeschoven en mijn eigen gasten meegenomen; een schaap, een kip en een papagaai. Of ik had graag daar gezeten om dan ineens voor te stellen “laten we de tafels aan de kant zetten en ik jullie een lesje struikelen geven.” Of “laten we in een kring gaan staan en onze namen zeggen zonder naar de grond of het plafond te kijken, zonder aan onze kleren te frutselen, zonder all the things we do to protect ourselves.”
Uiteindelijk heb ik het met Michiel Lieuwma in zijn podcast Open Geesten over dit politieke incident gehad. Ik was voorbereid om uitvoerig het subsidiestelsel te bespreken. Om aan te tonen hoe minimaal het kunstbudget is, proportioneel gezien. Hoe makkelijk het is om te schieten op kunstsubsidies omdat deze zo transparant zijn, terwijl alles om ons heen ondoorzichtig is gesubsidieerd; van de wegen waarop we rijden tot de ruimtevaart, tot de politieke partijen waarop we stemmen.
Maar Michiel kwam uit een hele andere hoek, daagde me uit en zei: “Salomé, als dat is wat je raakt, die polarisatie, misschien moet jij dan als eerste de stap zetten om jezelf volledig te verplaatsen in de ander. Dat is de way out, de enige derde weg. Verplaats je eens helemaal in Thierry en kijk door zijn ogen naar jouw filmpje.”
Uiteraard is het nog steeds mijn interpretatie en ervaring, maar het experiment leverde me wel een intens nieuw begrip en inzicht op. Ik voelde ineens hoe oprechtheid en de kwetsbaarheid daarvan bedreigend kunnen zijn voor iemand. En ik begreep ook dat iemand vanuit die bedreiging iemand anders graag belachelijk maakt. Tegelijk ontdekte ik in mezelf een stemmetje dat tegenstribbelt tegen een totale verplaatsing in de ander, alsof het bang is de legitimiteit van zijn eigen ervaring te verliezen. Een stemmetje dat zegt: “Ja maar, en ik dan?” Dit was een confronterende en interessante ontdekking, waar ik heel dankbaar voor ben. Voor mij is dat de clown; geen entertainer, maar een onderzoeker. Iemand die observeert met een nauwkeurige precisie en doorheen zichzelf diep menselijke ervaringen kan blootleggen. Iemand die ons kan (ver)leiden om wat er aanwezig is in de nabije en omringende wereld minutieus te bekijken, mee te bewegen en vorm te geven. Hij/zij/hen brengt een simpele wijsheid en dient als spiegel voor de samenleving, als verslaggever, zonder deze samenleving noodzakelijk te veranderen; observe, accept, without needing to change it. Of zoals Jos Houben, momenteel mijn grote leermeester, vlak na zijn voorstelling L’art du rire zei: “Mijn doel als clown is om mensen aan het lachen te brengen. Samen lachen betekent iets. Wat gaat er schuil achter de lach?”
Salomé Mooij (1990) is een interdisciplinaire performancekunstenaar en moderne clown. Ze werkt momenteel aan een WORLD CLOWN GATHERING, een vier uur durende parlementair-achtige vergadering waarin inspirerende hedendaagse clowns, op veel te grote stoelen, van overal samenkomen om de staat van de wereld te bespreken (te zien op 21 maart 2026 in De Grote Post, Oostende).
Auteur: Salomé Mooij
Dit artikel verscheen in Circusmagazine #83 (juni 2025)
Circusmagazine is het driemaandelijks tijdschrift voor de circuskunst. Op eigentijdse wijze bericht het over verleden, heden en toekomst van de circuswereld in Vlaanderen and beyond.
Abonneer je hier