Redactielid Lieke De Vry ontving in mei de Ultima Circus 2024 omdat ze circus onverschrokken inzet om verbinding en vertrouwen te creëren. In kleuterklassen, in woonzorgcentra en zelfs in oorlogsgebied.
Circus geneest. Dat bewijst het levensverhaal van Lieke De Vry. Ze is geboren en getogen in het Leuvense. Opgroeien deed ze in Wijgmaal, tegenover de trappenmakerij van haar vader. Achter hun huis lag een bos waar de kinderen – ze heeft nog een zus en twee broers – urenlang ravotten. Er was ook een klimboom. Daar klom ze niet in. ‘Ik durfde echt niks toen ik klein was.’ Maar haar broers losten dat op. Ze bedachten een soort liftje met touwen en hesen hun zusje zo de boom in, erna leerde ze zichzelf erin te klimmen. Gek genoeg is het net ‘de angsthaas van de familie’ die zich in een leven vol gewaagde circusacts stort, met het project Circus ID naar het woelige Palestina reist om er samen te werken met Palestijnse circusartiesten én zonder een zuchtje aarzeling ‘ja, dat zou ik doen, in samenwerking met de Palestijnse Circusschool’ antwoordt op de vraag of ze ook met Israëlische circusartiesten wil samenwerken…
Tijd voor een gesprek met een mooi, moedig mens die zielsveel houdt van zonnegeel, Trevor Noahs boek Kleurenblind aan iedereen cadeau wil doen én de bangerik in zichzelf erkent maar niet toelaat om haar avontuurlijke en geëngageerde leven te domineren.
Hoe belandt een schijtebroek in het circus?
Lieke De Vry: “Mijn mama stuurde ons naar de circusschool. Ze wilde dat we sportten én creatief bezig waren. Mijn broers leefden zich uit met de eenwieler. Mijn zus deed luchtacrobatie. En ik wilde dat ook proberen. Ik was acht jaar toen ik bij Cirkus in Beweging belandde. Rond mijn veertiende begeleidde ik er al mee de kinderen. En nu ben ik er nog steeds! (lacht) Het was snel duidelijk dat ik voluit voor circus wou gaan. Ik werd ook helemaal betoverd door de voorstellingen van Circus Ronaldo. Die sfeer als je langs hun woonwagens naar de tent wandelt. De geur van warme popcorn. De muziek. Hoe ze je telkens meenemen in een supermooi verhaal. Toen ik ontdekte dat er circushogescholen bestonden, wist ik het zeker: ik zou circus studeren.”
Toch belandde ik op een blog van je – genaamd Afrieke – waar je schrijft over hoe je als kleuteronderwijzeres-in-opleiding enkele maanden stage deed in Zuid-Afrika.
De Vry: (droef lachje) “Ik deed audities bij circushogescholen. Maar ik heb een rugblessure... Die heb ik al heel mijn leven. Mijn discussen – dat zijn de kussentjes tussen je wervels die schokken opvangen – zijn dun. Dus als ik train, botsen mijn ruggenwervels tegen elkaar. Daardoor heb ik altijd pijn. Mijn dokters waarschuwden me dat een circusopleiding te intens zou zijn. Maar ik dacht: als ik dit écht wil, gaat het me lukken. Dus schreef ik me in bij ACaPA (Fontys Academy for Circus and Performance Art, red.) in Tilburg. Dat was de enige school waar je kon starten zonder medisch attest. Daar koos ik voor de duotrapeze. Na een half jaar kregen mijn dokters gelijk. De ene lumbago volgde de andere op… Ik stopte, keerde terug naar Leuven en begon opnieuw met lesgeven bij Cirkus in Beweging. Een andere opleiding leek toen logisch. Dus schreef ik me in voor een opleiding tot kleuteronderwijzeres. Dat was geen zware, uitdagende opleiding dus er was voldoende tijd om met circus bezig te blijven. In mijn laatste studiejaar trok ik naar Zuid-Afrika om er les te geven in de townships.”
Gebruikte je circus in die lessen?
De Vry: “Absoluut! Weet je, er is een verschil tussen circus leren om technieken onder de knie te krijgen en sociaal/inclusief circus. Dan gebruik je circus als een tool om zelfvertrouwen te creëren, emoties te erkennen en reguleren, een community te versterken, elkaar te vertrouwen. Daar heb ik in Zuid-Afrika op ingezet. En het lukte! De kinderen speelden op het einde van mijn stageperiode anders. Ze vertrouwden elkaar meer. Ze hielpen elkaar.”
Je schreef tussendoor nog het kleuterboek Als het leven een verhaal is.
De Vry: “Ik wou vroeger schrijfster worden. Maar mijn leerkracht zei altijd dat ik zoiets niet zou kunnen omdat ik dyslexie heb. Dat maakte me heel onzeker. Hij zei altijd: ‘Lieke, je krijgt een vijf op tien. Want de inhoud van je verhaal is goed, maar het is niet goed geschreven, hè.’ Toen dacht ik: ‘Ooit! Ooit ga ik een boek schrijven en bewijzen dat ik het wél kan.’ Het is niet omdat je het met iets moeilijk hebt, dat je het niet kunt als je dat echt wilt. Het was in Zuid-Afrika dat ik op een slam poetry belandde waar iemand een tekst bracht over dyslexie. De dag erna begon ik te schrijven, ik schreef veel, voor mezelf. Toen in 2020 de coronapandemie uitbrak, besloot ik met een vriendin – illustratrice Tosca Gasparini – om een boek te maken. De Stad Leuven gaf ons subsidies. En ons eerste kinderboek verscheen! Tijdens die pandemie maakte ik ook mijn eerste glasramen. Het is net puzzelen. Je zoekt stukjes glas bij mekaar. Alle andere dingen drijven weg uit mijn hoofd als ik puzzel. Heerlijk.”
Over andere dingen gesproken, vind je het beschamend om rustig over circus te keuvelen terwijl in onder meer Palestina, waar je al geweest bent, mensen sterven door honger en oorlogsgeweld?
De Vry: “Mijn hart is gebroken. Het afgelopen anderhalf jaar had ik het heel moeilijk. De onmacht vreet aan me. Toch denk ik dat mensen onderschatten wat we kunnen bereiken door allemaal iets te doen. De boycot op Israëlische producten doet winsten krimpen. Het haalt echt iets uit. En als je niet op straat komt omdat je denkt dat het op politiek niveau niets verandert, doe het dan gewoon om te tonen dat je achter mensenrechten voor iedereen staat. Ik denk voortdurend aan de Palestijnen die ik de afgelopen jaren ontmoette. In 2017 was ik voor de eerste keer in Palestina. Dat was dankzij een uitwisselingsproject van de Brusselse circusschool Circus Zonder Handen met de Palestinian Circus School. Omdat het project Vlaamse subsidies kreeg, moesten er ook Vlamingen deelnemen. Ik had geluk want ze vroegen aan mij om mee te gaan.”
Waarom vind je naar oorlogsgebied mogen reizen een ‘geluk’?
De Vry: “Omdat de situatie me intrigeert. Door mijn reis naar Zuid-Afrika las ik over Nelson Mandela. In 1997, tijdens een speech op de International Day of Solidarity with the Palestinian People, zei Mandela: ‘We know too well that our freedom is incomplete without the freedom of the Palestinians.’ Daar dacht ik aan tijdens mijn verblijf in Zuid-Afrika. Officieel is de apartheid er afgeschaft maar die samenleving ademt nog pure apartheid uit. Dat zag ik met mijn eigen ogen. Die uitspraak van Mandela triggerde me om te zien, te voelen hoe het leven in Palestina is. Dus daarom vond ik het een geluk dat ik er in 2017 kon heen reizen. Ik héb er gestaan. Ik héb gezien hoe de Israëli's Palestijnen behandelen. Ik zag hoe het eraan toe gaat bij de checkpoints. Een soldaat schreeuwde zelfs tegen me omdat ik een bandje droeg met de kleuren van Palestina. ‘Palestina bestaat niet!’ riep hij. Palestijnen moeten zich voortdurend verantwoorden voor alles wat ze doen, waar ze staan, welke weg ze willen oprijden. (stil) Het is met geen woorden te beschrijven hoe die mensen daar leven. Hoe onmenselijk ze behandeld worden. Die reis was zo inspirerend. Om te blijven vechten met mijn privileges voor wie dat niet heeft, om een andere cultuur te ontdekken. En om les te geven met weinig woorden, want je spreekt niet altijd dezelfde taal.”
Dus besloot je in 2023 terug te keren met het project Circus ID, dat je de Ultima Circus opleverde. De jury schreef: ‘Het toont de kracht van circus in oorlogstijd’ en ‘Het illustreert hoe waarden van inclusie en solidariteit de basis zijn voor verbinding over grenzen heen.’
De Vry: “Ik ben heel dankbaar dat ik de prijs vooral daarom kreeg. En noteer: ik ontvang de prijs, maar Circus ID wordt getrokken door een bangelijk team van mensen. Zonder dat team was er geen Circus ID! Dit was een uitwisselingsproject tussen de Palestinian Circus School en Belgische jongeren die verbonden zijn aan zes circusateliers. Dat zijn École de Cirque de Bruxelles, Cirqu’Conflex, Circus Zonder Handen, Circusplaneet, Circolito en Cirkus in Beweging. In de zomer van 2023 trokken wij naar de Westelijke Jordaanoever. We maakten er een voorstelling met veertig jongeren. We zouden met de voorstelling in Palestina rondreizen. Maar dat lukte niet door het toen al toenemende geweld. In de zomer van 2024 reisden 25 Palestijnse jongeren dan naar ons land. Hier reisden we wel rond met de voorstelling.”
Zou je ook het omgekeerde doen? Zou je een workshop geven in Israël?
De Vry: (zwijgt heel even) “Ja! Ja, ik zou het doen. Na grondige voorbereiding, na overleg met de Palestinian Circus School én als we de kans krijgen om circusartiesten van Israël en Palestina samen te brengen om met elkaar te praten.”
Het bange vogeltje van weleer beantwoordt deze vraag zonder een spatje angst.
De Vry: (kijkt weg) “Vanbinnen tril ik. Maar die angst is niet belangrijk. Ik laat angst noch pijn, op dit vlak, mijn leven beheersen. Dat heb ik moeten leren. Vroeger kropte ik alles op. Dat heb ik geleerd dankzij circus. Circus leerde me niet alleen hoe ik emoties kan uiten zonder woorden te gebruiken. Dankzij circus ontmoette ik mensen die me hielpen om te praten over wat ik voel. Dat is nodig als je samenwerkt. Los van mezelf: ik vind het onze taak – als mensen die wonen in een land waar vrijheid en vrede is – om te proberen iets te veranderen. Om onze stem te laten horen. Om met mensen te praten en soms te roepen, of ervoor te zorgen dat mensen met elkaar praten.”
Circus redde jouw wereld. Je probeert met circus de wereld van de Palestijnen te redden. Welke wereld staat op je verlanglijstje?
De Vry: “Een wereld waar rechtvaardigheid heerst, en waar iedereen gestraft wordt die zich schuldig heeft gemaakt aan het onderdrukken van mensen en het schenden van de mensenrechten.”
Welke projecten houden je momenteel bezig?
De Vry: “Op dit moment werk ik mee aan een project van Cirkus in Beweging in het woonwagenpark van Leuven en werk ik met mijn collectief, Compagnie Bruut, aan Onder doek en dak, een voorstelling over wat een thuis kan zijn. Hiernaast verdiep ik me in clownerie, om op een dag hopelijk te werken bij Cliniclowns of Clowns without Borders. Daarnaast bereid ik twee andere projecten voor. Over het ene ga ik nog niet te veel vertellen. Het andere is een project in woonzorgcentra. Ik wil voorstellingen maken met jongeren in woonzorgcentra. Dat zal mooie, broodnodige ontmoetingen tussen jong en oud teweegbrengen. En een bende jongeren in het woonzorgcentrum werkt ook als een antigif tegen de eenzaamheid van veel rusthuisbewoners. Wel meer circusateliers doen echt supermooi, sociaal werk. In Circusplaneet start er een productie waar dove jongeren samenwerken met jongeren die niet doof zijn. En vergeet mijn zus Nel niet! Jaren geleden trok ze voor haar eindproject naar Peru om er onderzoek te doen naar de impact van sociaal circus op het leven van straatkinderen in Lima. Ze werd er verliefd op een jongen die nu haar echtgenoot is. Samen runnen ze in Lurín, in het zuiden van Lima, een cultuurhuis en organiseren ze jaarlijks het circusfestival Circomuna.”
Laatste vraag. Je mag een wereldleider uitnodigen om een middagje met jou te oefenen aan de trapeze. Wie bel ik voor je?
De Vry: “Wel, bel Donald Trump maar. Dan wil ik in alle rust met hem wat circusoefeningen doen en ontdekken wie hij is. Wat vertelt hij me? Gedraagt hij zich anders? Zal hij op mijn schouders durven staan? Of het een fijne ontmoeting voor me zal zijn, daar vrees ik voor. Maar je moet altijd – op en naast de circuspiste – de tijd nemen om iemand te leren kennen. Luisteren zonder oordelen. Ook al ben je het niet eens met hoe iemand denkt of handelt. Eerst luisteren, dan voelen en niet zomaar defensief worden. En wie weet komen we tot iets, waar hij over zal beginnen nadenken, al heb ik daar al een licht vooroordeel over.”
Legde je nu net de basishouding uit om samen een circusact te oefenen?
De Vry: “Eigenlijk wel. Eerst luisteren en kijken naar elke stap, hoe iemand iets aangeeft, wat die persoon je wil vertellen. En dan rustig zoeken naar hoe een truc, act beter kan werken. Dat geef ik aan alle jongeren mee aan wie ik circusles geef. Mijn focus is elke jongere in zijn kracht te zetten, om hen zo de best mogelijke toekomst te kunnen geven. Daar haal ik ontzettend veel energie uit. Dat is mijn missie in dit leven. Vraagje. Kan je ook Nelson Mandela opbellen? Ik wil hem er graag bij als Trump op mijn schouders staat, een beetje support. En misschien zet ik daarna Trump op Mandela zijn schouders.”
1994 geboren in Leuven
2014 start de circusopleiding in Tilburg
2015 start de opleiding tot kleuteronderwijzer en kunsteducator
2015 start als educatief/sociaal medewerker bij Cirkus in Beweging
2017 trekt als stagiaire kleuteronderwijs naar Zuid-Afrika
2017 gaat voor de eerste keer naar Palestina met Circus Zonder Handen
2018 start als educatief medewerker bij Circus Zonder Handen
2020 trekt project thanks and take care tijdens corona
2020 debuteert als jeugdschrijver met Als het leven een verhaal is
2022 start mee Circus ID op
2023 trekt naar de Westelijke Jordaanoever in Palestina met Circus ID
2024 verwelkomt Palestijnse circusartiesten en reist met hen door België
2025 wint de Ultima Circus 2024
Auteur: Els Van Steenberghe
Dit artikel verscheen in Circusmagazine #83 (juni 2025)
Circusmagazine is het driemaandelijks tijdschrift voor de circuskunst. Op eigentijdse wijze bericht het over verleden, heden en toekomst van de circuswereld in Vlaanderen and beyond.
Abonneer je hier