Luuk Brantjes en Kolja Huneck werken aan 'Symbiosis'

Een circusvoorstelling creëren is geen sinecure: het duurt eeuwen en na elke up volgt een stevige down. Om het allemaal wat plezanter - of juist stresserender - te maken trekt fotograaf Sarah Vanheuverzwijn naar een gezelschap in volle creatie en voelt hen zachtjes aan de tand. In deze editie werken Luuk Brantjes en Kolja Huneck aan hun Symbiosis.

© Sarah Vanheuverzwijn

“Er was geen afgelijnd moment waarop we beslisten ‘dit gaan we doen’, maar ineens hadden we dus een tent. De dome is een hele gave constructie, een gek object. De eerste keer dat we die rechtzetten, op een weiland achter het huis van Luuks ouders, kwamen meteen veel kijklustigen nieuwsgierig vragen wat de bedoeling was.”

Luuk Brantjes en Kolja Huneck leerden elkaar kennen aan de Rotterdamse circushogeschool Codarts, waar Luuk zich specialiseerde in bascule en Kolja koos voor objectmanipulatie. Magie bleek dan weer een gedeelde passie. Na twee jaar trok Luuk naar Stockholm om daar verder te studeren. Terwijl ze elkaar daarna hielpen bij het creëren van hun respectievelijke solovoorstellingen Lone en CM_30, groeide het idee om samen aan een tentproductie te werken. Die productie wordt Symbiosis, waarbij ze voorgaande disciplines tot een symbiotisch geheel proberen te combineren, en dat in hun eigen koepeltent.

symbiosis
© Sarah Vanheuverzwijn

“Toen we nog in de droomfase zaten, nog vóór de coronaperiode, zagen we onze tent als een soort uitvouwbaar theater. Maar hoe meer we erover nadachten als realistisch project, hoe meer we in de richting van reeds bestaande tenten begonnen te zoeken. Uiteindelijk kwamen we uit bij de dome, een tent in de vorm van een halve bol. We wilden geen vrachtwagen als transportmiddel en een opblaasbare constructie is moeilijk qua keuring. Gesprekken met andere gezelschappen zoals Collectief Malunés, hebben ons heel erg geholpen om met de voeten op de grond te blijven. Zij spelen BITBYBIT al een tijd in een soortgelijke tent en hebben dus de juiste ervaring. Zonder hun hulp stonden we nergens. Vandaag nog hebben we Vincent Bruyninckx een vraag gestuurd over bliksemafleiding.”

“In feite zijn we nogal onwetend begonnen aan het toeren met een tent. De wetgeving verschilt ook per land, en het heeft best veel tijd gekost om al die dingen uit te zoeken. Gek genoeg gaven we de moed nooit op. Nu zijn we zo ver in het proces dat stoppen sowieso geen optie meer is, ook al lopen we nog steeds tegen een aantal zaken aan, zoals de Duitse keuring. Veel dingen kunnen we niet online terugvinden en dat werkt blokkerend, niet alleen technisch-productioneel maar ook artistiek-inhoudelijk. Is het bijvoorbeeld mogelijk om aan de buitenkant van de tent te klimmen? Mag dat wel qua wetgeving?”

“De bifrontale setting, waarbij het publiek aan weerszijden van het podium plaatsneemt, hadden we van in het begin al voor ogen. Door de afmetingen van het podium af te plakken met tape op de grond, of na te bouwen met podiumelementen tijdens residenties, kregen we een beeld van hoeveel ruimte we daarvoor moesten voorzien. Daarna hebben we de hele tent, de tribunes en het podium in een online tekenprogramma gezet, en zijn we daarmee beginnen puzzelen. Ook aan vluchtroutes en zo moest worden gedacht. Terwijl het podium aanvankelijk 3 op 6 meter zou worden, is dat tijdens het ontwerpen altijd maar smaller geworden. Uiteindelijk is het nu nog maar 1,6 meter breed.”

“Tot nu toe hebben we 8 weken residentie gehad, waarvan 6 weken in 2023. Helemaal in het begin hadden we enkele onderzoeksresidenties zonder toonmoment. Voor artiesten is het heel aangenaam om een plek te hebben waar je nog alle kanten op kunt, en echt te kunnen onderzoeken en experimenteren. Het is nu (op residentie in Dommelhof, red.) de derde keer dat we de dome rechtzetten en de eerste keer dat we de tribune gebruiken. Om verder te kunnen creëren is het handig, zelfs noodzakelijk, om naast de grootte van het speelvlak ook een zicht te hebben op de positie en de kijklijnen van het publiek. Deze residentie is dus het sleutelpunt tussen technisch uitdenken, ontwerpen, voorbereiden enerzijds en het creatieproces, het maken van de voorstelling anderzijds. Pas nu kunnen we de losse ideeën beginnen koppelen tot een geheel.”

Luuk bouwt verder aan wat hij in Lone ook al onderzocht: de mogelijkheden om als individu met een bascule te werken. “Voor Symbiosis heb ik geëxperimenteerd met nieuwe manieren om mijn eigen bascule te laten ronddraaien en een aantal prototypes gemaakt om te zien welke ideeën haalbaar en interessant zijn. Uiteindelijk liet ik een nieuwe constructie bouwen door Arjen Schoneveld. De huidige versie daarvan is sinds september in gebruik. Het zou echter pretentieus zijn te zeggen dat ik dit in mijn eentje heb bedacht. Er zijn vast veel anderen te vinden met soortgelijke ideeën. De constructie bestaat misschien nog niet in deze exacte vorm, maar wel in andere varianten, zoals de draaiende wand in Exit (voorstelling van Circumstances, waarin Luuk meespeelt, red.). Individueel aan de slag gaan met een bascule doet Joren De Cooman bijvoorbeeld ook. Maar het mooie aan circus is de vrijheid om ook zelf dingen uit te proberen en op bestaande concepten voort te bouwen. Uiteindelijk is bascule in de huidige vorm ook maar ooit eens door iemand vastgelegd als techniek. Zolang er niet klakkeloos gekopieerd wordt, zou ik het bij anderen trouwens alleen maar aanmoedigen.”

Kolja werkte in zijn afstudeervoorstelling al met vinylplaten, en in zijn solovoorstelling ook met gekleurde en transparante schijven. “Ik probeer met objecten te werken die niet specifiek voor circus bedoeld zijn, zoals we ook deden in de voorstelling Sawdust Symphony (voorstelling van Michael Zandl, David Eisele en Kolja Huneck, red.).” Naast vinylplaten komt er deze keer ook zand aan te pas. “We willen een totaalbeleving creëren vanaf het moment dat het publiek de tent binnenstapt, een soort 4D-ervaring met geluid, wind, misschien ook wel geur. Beiden volgden we ook een cursus magie nouvelle en tijdens de residentie in CNAC hebben we gewerkt rond allerhande illusies, dus ook die doorkruisen de voorstelling.”

Kolja is Duitser, dus was het evident om ook in Duitsland financiële steun te zoeken. “Subsidies aanvragen in Duitsland is voor circus geen evidentie, maar Neue Künste Ruhr is een programma waarin hedendaags circus eindelijk ook als genre wordt erkend. Veel financieringsprogramma’s zijn er alleen voor dans en theater, en circusprojecten hebben er geen of moeilijk toegang toe. Ook in München, en hopelijk in meer regio’s en op nationaal niveau, kan dit over een paar jaar veranderen als de financieringsprogramma’s opnieuw worden opgezet, maar tot die tijd moeten circusprojecten het proberen in de categorie ‘dans’.”

symbiosis
© Sarah Vanheuverzwijn

Première: 29 maart 2025, HochX, München

Belgische première: mei 2025, CIRKL, Leuven

Coproducenten & residenties: Miramiro, PERPLX, Latitude50, Circuswerkplaats Dommelhof, CIRKLABO, LOFFT – DAS THEATER

Residenties: Zaal Billy, Atelier Blanchefosse, CNAC, Maschinenhaus Essen, La Stampia/Les Baladins du Miroir, Korzo

Coproducenten: City of Leipzig, Ruhrfestspiele Recklinghausen, Festival Circolo, TENT

Auteur: Sarah Vanheuverzwijn
Dit artikel verscheen in Circusmagazine #79 (juni 2024)