In een hostelkamer in het hart van Molenbeek nestel ik me neer met acht jongeren. Ze komen uit verschillende circusateliers, maar delen één droom: een professionele toekomst binnen circus. Daarom volgen ze de prep-stage, een vier weken durende bijscholing waarin Circuscentrum, ESAC, Fédécirque en UP Circus & Performing Arts hun krachten bundelen om jongeren klaar te stomen voor audities op circushogescholen. Waarom zijn ze hier? Waarom circus? Wie of wat inspireert hen? Circusmagazine ging met hen in gesprek.
Groepsfoto (vlnr): Litte (Circusplaneet, trapeze) - Ella (Circusplaneet, trapeze en straps) - Jonas (Locorotondo, straps) - Tadeusz (Ell Circo D’ell Fuego, bascule) - Lea-jane (Ecole de cirque de Bruxelles en Circus Zonder Handen, grondacro) - Liam (Ecole de cirque de Marchin, Chinese mast en jonglerie) - Aiko (Cirkus in Beweging, bascule)
Wat doen jullie ter voorbereiding op een circushogeschool?
Tadeusz: “Ik ben gestopt met school voor circus, ik doe examencommissie. Bij ECDF volg ik ‘springplank’ of bascule. Ik ga er drie momenten in de week trainen. We hebben verschillende lessen zoals theater, dans en creatie. De eerst twee jaar maakten we een groepsvoorstelling. Nu zit ik in het 3de jaar waar je meer ruimte krijgt om te creëren met wie je wil en hoe je wil.”
Jonas: “Ik probeer naar veel vrije trainingen en festivals te gaan. Dit jaar was er een lesgever op MAD festival, Sera Richter, hij is supergoed. Hij gaf me één tip voor een truc waar ik al zes maanden aan train, plots kon ik het! Al mijn vrije tijd gaat naar circus. Als ik er niet mee bezig ben kijk ik video’s voor nieuwe trucs of herbekijk ik video’s van mezelf, om beter te worden.”
Litte: “Ik zit in ASO en moet veel studeren. Ik volg trapezelessen op Circusplaneet en wil eigenlijk naar alle vrije trainingen gaan maar dat lukt niet door schoolwerk, het is een jaar vol frustraties. Zelfs deze week moet ik studeren.”
Liam: “Ik heb wat opgegeven op school, maar ik raak erdoor. Altijd als ik op school zit dwaalt mijn hoofd af naar circus. Ik train veel en zit in de productiegroep van Marchin. Dus ja, circus boven alles!” (handjes draaien*)
Ella: “Ik heb dat ook, ik zit op KSO, tijdens Engels of wiskunde denk ik aan wat ik kan doen tijdens de training ‘s avonds. Bij fotografie heb ik een eindproject dat ik over circus doe, het is fijn om te combineren. Ik ga binnenkort ook bij ACaPA (Fontys Circus and Performance Art, red.) een week les volgen in het eerste jaar, om aan te voelen hoe dat gaat.”
Wanneer was het moment dat je je realiseerde dat je circusartiest wou worden ?
Litte: “Op de vorige prep-stage vroeg de lesgever aan iedereen ‘Ga je auditie doen?’ Ik twijfelde. Ze vroeg het opnieuw: ‘Ga je auditie doen?’ Ik zei ja.”
Liam: “Ik heb mijn ouders nog niet verteld dat ik audities wil doen, het ligt een beetje gevoelig. Ze vragen vaak: ‘Wat wil je worden? Dokter?’ Ik ga het hen vertellen als ik er klaar voor ben.”
Aiko: “In mijn 5de jaar wist ik niet dat circushogeschool bestond. Toen ik het wist dacht ik: ‘Wow, dat bestaat’. Ik deed audities voor de prep-stage maar ik was er niet bij. Ik dacht dat ik niet goed genoeg was. In het 6de jaar begon ik meer te trainen en probeerde ik opnieuw; toen lukt het wel. En dan bedacht ik me dat circus misschien toch iets voor mij is. Ik hou ook van dansen en theater, bij circus komt alles samen. Nu nam ik een jaar vrij om te trainen, maar door een blessure heb ik dit jaar niet ten volle kunnen benutten. Mijn ouders zeiden onlangs om in mijn achterhoofd te houden dat circus misschien geen mogelijkheid is. Dat kwam heel hard binnen.” (huilt)
Jonas: “Wij geloven in jou.”
Litte: “Uiteindelijk komt het op een of andere manier wel goed.”
Aiko: “Het is confronterend, maar als ik iets anders ga doen dan gaat het wel in dezelfde sector zijn, maar het is toch niet hetzelfde.”
Jonas: “Op mijn zeven ging ik circus proberen in Herentals, ik ben er meteen helemaal voor gegaan. Maar het kantelpunt was toen ik naar een voorstelling van Circus Ronaldo ging kijken. Ik zag hen op dat podium en ik dacht: dit ben ik later. Ik zei het tegen mijn vader die naast me zat.
Waarom Circus Ronaldo?
Jonas: “Ik kan dat niet in woorden uitleggen, ze overtreffen Cirque du Soleil, 100 keer beter! Ik had ook lessen van Pepijn Ronaldo, het was gewoon geweldig.”
Lea-jane: “Ik wou danser worden. Maar ik was dat rare kind in de klas. (handjes draaien/gelach) Ik deed doek toen ik jong was maar stopte omdat ik hoogtevrees had. Twee jaar geleden ging ik naar Prologue van Soif Totale kijken. Ik ben meteen opnieuw les beginnen volgen, op de grond deze keer.”
Tadeusz: “Ik ben ermee opgegroeid.”
Ella: “Het is door alle events die er door de jaren heen waren dat ik meer geprikkeld werd. Ik moet iets doen met bewegen, het zou raar zijn om niet te bewegen.” (handjes draaien)
Liam: “Toen ik zeven was wou ik salto’s leren. Maar dat ging niet goed, dus ik begon met andere lessen. En kijk, nu kan ik een salto aan de mast. Het idee van circusartiest is door de jaren heen gegroeid, zoals tijdens P’tit Cirq’en Palc. Het zijn die momenten dat we samen zijn, iets maken, optreden… Zalig.”
Wat inspireert je in de circuswereld, waar haal je inspiratie, naar wie kijk je op?
Jonas: “Naar mezelf en mijn productiegroep, Sweep. Hoe we samen werken en creëren. Als er iets mis gaat lachen we. Het gevoel dat de groep geeft voor, tijdens en na de voorstelling. We leren niet enkel dingen uit het hart maar gebruiken onze capaciteiten om te improviseren.”
Ella: “De compagnieën en hun plezier zien als ze optreden, zoals bij 15ft6 en Collectif Malunes. En onze productiegroep van twee jaar geleden, Cubelicious. Het was fijn om op te treden op festivals tussen andere artiesten.”
Dus: dank u, circusateliers, voor de productiegroepen.
(handjes draaien)
Litte: “Ik heb mensen dicht om me heen die circushogeschool hebben gedaan en nu aan het optreden zijn, zoals mijn broer Josse Roger. Soms kijk ik naar hem en heb ik de hoop dat ik daar ooit zelf sta. Als ik voorstellingen bekijk dwaal ik soms weg omdat ik mezelf dan inbeeld dat ik op het podium sta. Mijn oma zei altijd: ‘Litte is gemaakt voor het podium.’”
Liam: “Als ik naar een optreden kijk of zelf speel, wil ik vreugde zien en brengen. Ik hou van voorstellingen die grappig zijn maar toch een diepere betekenis hebben. Maak het niet te zwaar.” (handjes draaien)
Aiko: “Ik ga een slijmbal lijken, maar ik kijk op naar jou, Lieke. Je geeft les, je treedt op, je maakt voorstellingen en nu doe je dit met het magazine. Je kan naar iemand opkijken over hoe ze op een podium staan of hoe ze zijn als persoon in het circus. Jij doet dat allemaal en ik hou ervan hoe je relaties met anderen creëert.”
Nu is het mijn beurt om emotioneel te worden. Zijn er nog voorstellingen die zijn blijven hangen?
Jonas: “De tweede beste voorstelling die ik ooit zag was Ten Thousand Hours van Gravity & Other Myths. Het was wondermooi, hoe ze de voorstelling opbouwden en het idee samenbrachten. Na de voorstelling ging iedereen weg, ik bleef zitten om na te denken.”
Ella: “In augustus spelen ze in Berlijn, dichterbij komen ze dit jaar niet.”
Lea-jane: “Ik kijk meer naar kleine compagnieën van België en Frankrijk. Cia Basti met Conversations avec la mort, bijvoorbeeld. Hij geeft acrodans op de prepstage. Het is een mix van poëzie en humor. Daar hou ik van. En ook Drache nationale van compagnie Anoraks. Ik hou niet van jongleren, maar deze vond ik heel goed.”
Liam: “Nu weet ik wat een van mijn favoriete voorstellingen was. Ik moest lachen en wenen tegelijkertijd. Elke twee jaar gaan we op uitwisseling naar Zwitserland. Afgelopen jaar speelde er Abbi dubbi van Compagnia TreGGi uit Italië. Het ging over twijfels, het was interactief, je kon delen van de voorstelling zelf kiezen, het was geweldig.”
Ella: “In Amsterdam zag ik Compagnie Zanzara, over een rusthuis! Cie Balance Toi inspireerde me om partneracrobatie uit te proberen.”
Jonas: “Ik heb ooit een act gemaakt met een vriend, in weinig tijd. Mensen die we niet kenden kwamen geëmotioneerd naar ons, ze zeiden dat het zo mooi was. Dat raakte me omdat ik soms worstel met mijn emoties. Het gaf me de kracht en het idee om aan een soloact te werken over mijn emoties. Ik kan mijn gevoelens moeilijk uitdrukken met woorden, maar wel met beweging.” (handjes draaien)
Aiko: “Ik heb soms dat ik naar theater- of dansvoorstellingen kijk en dat ik denk dat het nog interessanter zou zijn als ze met circus zouden werken. Mijn leerkracht vertelde me ooit over een theatervoorstelling van 24 uur. Ik wil dat ook ervaren als publiek of als speler. Het is inspirerend omdat het een heel andere manier van optreden is. Ik wil crazy shit doen en zien.”
Litte: “Ik zag ooit oud Vlaams theater dat me raakte. Mannelijke spelers die optraden als vrouwelijke spelers. Het was een soort queer show. In de beginjaren dat ze het speelden was het niet zo gewoon en geaccepteerd. Extravagante mannen met make-up in contrast met twee jonge dansers. Soms ben ik zo gewoon aan circusvoorstellingen dat ik denk van ‘nu gaan ze op elkaars schouders staan’ en dan gebeurt het toch niet.”
Wat is je droomtoekomst?
Ella: “Met een compagnie de wereld rondreizen, tekenen voor mensen, foto’s voor groepen maken.”
Jonas: “Als geld geen probleem was, zou ik in een compagnie willen spelen met voorstellingen die mensen raken en helpen, helemaal gratis. Want ik denk niet dat je moet betalen om te voelen, te kijken naar dingen die je fijn vindt. Hoe weet ik niet, maar zeker circus. Als mijn toekomst niet met circus is, is het niet mijn toekomst.”
Litte: “Mijn toekomstbeeld is een beetje saai, en dat doet me soms twijfelen over circus. Ik wil een stabiel leven, waarbij ik genoeg geld verdien om comfortabel te leven. Om te leven zonder zorgen, misschien ook huisje, tuintje, beestje. Maar ik wil optreden, niet lesgeven. Dat is waar mijn broer me inspireert, hij heeft dat. Optreden, tours, constant werk. Dat lijkt makkelijk maar in de circuswereld kan dat moeilijk zijn.”
Liam: “Ik wil ook zeker lesgeven! Daarnaast optreden.”
Aiko: “Ik denk niet aan de toekomst omdat het me bang maakt. (handjes draaien) Ik zal zien wat er komt en ik denk er niet te veel aan. Als het circus is, leuk, als het niet is weet ik het niet want dat zit niet in mijn hoofd. Ik ben bang om op te groeien, keuzes te maken, opportuniteiten te missen.”
Ella: “Als je er te hard aan denkt en het gebeurt dan niet gaat het je triest maken.”
Lieke: “Misschien komen er mooie dingen waarvan je nooit had gedacht dat ze op je pad zouden komen.”
Tadeusz: “Ik maak me geen zorgen over de toekomst. Ik wil verschillende dingen doen, Cirque du Soleil, cruiseschip, een kleine compagnie, … Gewoon springen. Gewoon niet één ding voor de rest van mijn leven.”
En lesgeven?
Aiko: “Ik wil lesgeven als ik ervaring heb in optreden.”
Ella: “Voor een extra inkomen misschien? Nooit aan gedacht.”
Jonas: “Voor onze circusschool moest ik vragen invullen voor het beleidsplan. Eén vraag was: waarom geef je les? Ik schreef: het enige wat ik fijner vind dan zelf een nieuw trucje te kunnen, is anderen dat zien doen omdat jij het als lesgever mee mogelijk hebt gemaakt.”
Wat betekent circus voor jullie?
Lea-jane: “Connecteren.”
Liam: “Het overbrengen van technieken en emoties.”
Jonas: “Circus is mezelf zijn en mijn gevoelens uitdrukken.”
Litte: “Echt mezelf zijn. In school word je geduwd naar een persoon die je zou moeten zijn. In circus moet je geen moeite doen zodat de anderen je leuk zouden vinden.”
Ella: “Kunnen doen wat je wil, je lichaam bewegen in elke mogelijke manier.”
Aiko: “Een plaats waar ik alles kan zeggen en nooit beoordeeld word.”
Aiko: “LIVE LOVE LAUGH – CIRCUS!” (iedereen lacht)
Lite: “LIVE LOVE LAUGH – LUCHTACRO!”
Liam: “En voor jou, Lieke?”
Een tool om mensen kansen te geven, mensen erbij te laten horen, iets te laten voelen.
* Handjes draaien: in gebarentaal wordt dit in groep gebruikt om aan te tonen dat je het eens bent met de ander, in veel circusateliers wordt dit ook toegepast.
Auteur: Lieke De Vry
Dit artikel verscheen in Circusmagazine #83 (juni 2025)
Circusmagazine is het driemaandelijks tijdschrift voor de circuskunst. Op eigentijdse wijze bericht het over verleden, heden en toekomst van de circuswereld in Vlaanderen and beyond.
Abonneer je hier