Let’s talk about the money

Terwijl gezelschappen, grotere circusateliers en werkplaatsen zich puffend naar de deadline voor de aanvraag van structurele subsidies slepen (1 mei), legden we ons oor te luisteren bij enkele kleinere circusateliers. Wegens een beperkt aantal deelnemersuren – minder dan 10.000 per jaar – kunnen zij geen subsidies aanvragen binnen het Circusdecreet. Hoe doppen zij dan wel hun boontjes?

© Kevin Faingnaert

We vroegen het Lauro Crijns van Art To Move (Mortsel), Rudi Putzeys en Kris Cox van Balancirk (Hasselt) en Wim Lauwers van Circusstreken (Kortenberg). Deze laatste stuurde ons een kort en eerlijk antwoord wat meteen een eerste idee geeft van de context. “Bedankt voor de vraag en fijn dat jullie ons willen interviewen, maar over dat onderwerp hebben wij eigenlijk niet zoveel interessant te delen. We zijn heel kleinschalig en het gaat slechts over drie groepen van 1u op woensdagnamiddag. Het lukt om mezelf en andere medelesgevers (ervaren oudere leden) via vrijwilligersvergoedingen te vergoeden met de lidgeldinkomsten na aftrek van de kosten. Ik werk voltijds als leerkracht in het secundair, dus de circuslessen zijn geen professionele opdracht voor mij waar ik financieel op reken waardoor de vrijwilligersvergoedingen momenteel volstaan.”

Lauro, Rudi en Kris vertelden ons in een gesprek meer over het alledaagse financiële reilen en zeilen van hun atelier.

Kunnen jullie jezelf en het circusatelier kort voorstellen?

Lauro Crijns (Art To Move): “Ik ben als kleine jongen met circus begonnen en later doorgegroeid als lesgever. Ik heb er altijd van gedroomd om ook kleinschalig die circusmicrobe door te geven. Tijdens de coronaperiode had ik plots veel tijd om dat idee eindelijk vorm te geven. De eerste twee jaar deden we enkel kampen en workshops op de pleintjes in Mortsel om naambekendheid te krijgen en een basis uit te bouwen. Vorig jaar startten we met de eerste lessenreeksen. Nu volgen zo’n zestig kinderen bij ons les en hebben we een veertiental lesgevers.”

Kris Cox (Balancirk): “Ook wij zijn eigenlijk begonnen middenin die coronaperiode. Of beter gezegd, we hebben toen een circusschool geërfd. Balancirk bestaat al sinds december 2005. Onze kinderen volgden er circuslessen. Rudi en ik waren al bij het atelier betrokken als ‘helpende handen’ toen we werden gevraagd om in het bestuur te zetelen. ‘Het gaat maar om vier vergaderingen per jaar,’ werd ons gezegd. Tijdens de eerste vergadering moest er een nieuwe voorzitter gekozen worden, en dus werd ik voorzitter omdat niemand anders het wou doen. Daarna stopte de persoon die het dagelijkse bestuur op zich nam en werden alle boeken bij mij thuis gedropt. We hadden geen circuservaring, geen connecties, kenden geen enkele andere circusschool. Ik ben enterprise architect in Brussel, wat een IT-functie is, ik teken geen gebouwen.”

Rudi Putzeys (Balancirk): “Ik haal data uit machines om analyses te maken. Dus een job waar je nogal gebonden bent aan regeltjes, rechte lijnen, codes en structuren, … Iets helemaal anders dan circus.”

Kris: “Dan zijn we het maar in gang beginnen steken, hé. We zijn buiten beginnen lesgeven. De kinderen zaten al zo lang binnen. Daarmee hebben we heel veel goodwill gecreëerd bij de ouders. Het heeft eigenlijk een nieuwe boost gegeven aan de school. In plaats van leden te verliezen tijdens corona, was het voor ons het begin van groei. Momenteel hebben we 180 unieke leden, vijf luchtacrobatiedocenten waarvan één assistent, vijf multidocenten waarvan drie assistenten.”

Wat zijn zoal jullie bronnen van inkomsten? Hoeveel bedragen deze?

Lauro: “Met de lidgelden haalden we in 2024 26.500 euro op. Dit is inschrijvingsgeld van zowel de cursussen, de kampen als de productiegroep. Dat is een grote bron van inkomsten. Bij de opstart kregen we van de stad Mortsel een innovatieve subsidie van 5.000 euro. Nu zijn we met de stad aan het bekijken of we officieel kunnen erkend worden zodat we ook structurele subsidies zouden kunnen krijgen. Over hoeveel dat concreet zou kunnen gaan, hebben we nog geen zicht. Daarnaast genereren we ook wat extra inkomsten uit het geven van workshops, verjaardagsfeestjes, optredens en externe kampen, zo’n 32.000 euro. Daarnaast halen we 3.800 euro uit ticketverkoop van de grote eindvoorstelling van onze productiegroep. We willen ook niet overdrijven met die ticketprijzen dus werken we met het ‘pay what you can’-principe. Verder proberen we wat winst te maken met de verkoop van drank bij het optreden, wat een 2.000 euro oplevert.

Kris: “Vorig jaar kwamen de grootste inkomsten van Balancirk uit lesgeld, ongeveer 44% of 21.000 euro. Als je dan nog eens het kamp erbij neemt, is dat nog eens 15% of zo’n 7.500 euro, dan zit je al over de helft. Er komt 10% of ongeveer 5.000 euro uit de animaties en 9% of 4.500 euro uit de ticketverkoop van de show. We krijgen nog een 6% of 2.500 euro subsidies van de dienst Jeugd (stad Hasselt). De overige inkomsten gaan echt over kleinere bedragen. Wat wel belangrijk is om te vermelden is dat wij met een ander kostenmodel zitten dan de meeste scholen, denk ik. Als Rudi en ik workshops geven na onze uren dan krijgen wij daar niets voor, al het geld gaat naar Balancirk. Daarom zijn we ook kieskeurig. Een circusinitiatie moet voor ons de kas spijzen en mogelijks nieuwe leden aantrekken. Het is niet dat ons verlof onbeperkt is. We zijn ook graag eens een weekend thuis.”

Hoe zien jullie uitgaven eruit?

Lauro: “De grootste uitgavepost bij ons is de huurkost. In 2024 was dat 10.000 euro. Dit gaat om de zaalhuur voor onze lessen, enkele kampen en de huur van onze garage om het materiaal te stockeren. Om circusles te geven heb je nu eenmaal een locatie nodig met specifieke vereisten qua hoogte, dakstructuur, grootte. Na lang zoeken zijn we dan bij één zaal terechtgekomen, een sportzaal van een school in de buurt, die vrij duur is voor ons budget. Een andere grote kost zijn de lesgevers. In 2024 betaalden we 22.500 euro aan vrijwilligersvergoedingen. Verder zijn er nog uitgaven voor de boekhouder (3.600 euro), de website (250 euro), het huren van transport (5.000 euro), de verzekering (2.000 euro) en het investeren in nieuw materiaal. Als het om grotere, duurdere dingen gaat, moeten we dat toch altijd bekijken en bespreken met onze boekhouder. Vorig jaar hebben we bijvoorbeeld een tweedehands maxitrampoline van 2.000 euro aangekocht.”

© Stefan Vreven
© Stefan Vreven

Kris: “Onze grootste kost zijn de lesgevers, zo’n 5.000 euro, goed voor 17% van onze uitgaven, gevolgd door de zaalhuur, 4.800 euro of 15%. Dus dat ligt dicht bij elkaar. De rubriek investeringen in circusmateriaal verschilt van jaar tot jaar. Vorig jaar was dat 14% of een bedrag van 4.500 euro. Dit jaar zal dat meer zijn. Dan is er nog de huurprijs van een berging (4.000 euro) en de locatie die we huren, maandelijks 250 euro. Als je die twee huurprijzen samentelt is dat eigenlijk onze grootste kost. Ze hebben de huurprijs van onze locatie willen verhogen naar 850 euro, mede omwille van de stijgende energieprijzen, maar omdat de ramen van de kapel stuk zijn hebben we kunnen onderhandelen dat ze daar nu tijdelijk van afzien.”

Hebben jullie een buffer of staat het water jullie eerder aan de lippen?

Lauro: “Onze buffer is niet heel uitgebreid. We proberen jaarlijks toch iets opzij te zetten, maar dat is altijd een beetje zoeken en puzzelen. Dus stel dat het atelier echt geld te kort zou komen, zal dat eerder uit de persoonlijke kas komen.”

Kris: “Bij de overname van het atelier was er al een buffer en we bouwen deze nog altijd verder op. Ik denk dat wij momenteel financieel gezond zijn. Voor een groot stuk ook omdat Rudi en ik niet betaald worden. In 2022 en 2023 kwamen we aan een positief saldo tussen de 7.000 en 11.000 euro. Op een totaalbudget van 50.000 euro is dat niet niets. Zelfs al zouden we onszelf zeg maar 5.000 euro uitbetalen, zou dat ook lukken. Momenteel investeren we heel sterk. Dit jaar hebben we zes nieuwe tumblings en zes nieuwe doeken aangekocht.”

Hoeveel krijgen de lesgevers betaald?

Lauro: “Onze lesgevers krijgen een vrijwilligersvergoeding. Dat komt op 15 euro per uur. Dat hebben we destijds afgestemd met Ell Circo d’Ell Fuego in Antwerpen. We zitten vrij dicht bij elkaar in de buurt en werken ook regelmatig samen.”

Rudi: “Onze jongste lesgevers zijn leden van veertien, vijftien jaar die doorstromen uit ons atelier. Zij verdienen 7,5 euro per uur.”

Kris: “Dan hebben we nog lesgevers die 15 of 25 euro per uur krijgen, naargelang hun leeftijd. Onze grootste uitdaging is niet het financiële. Wat ons op dit moment blokkeert, is het vinden van lesgevers. Waarschijnlijk valt volgend jaar de helft van onze docenten weg. Ze worden ouder, krijgen een job, gaan studeren, kunnen de lessen niet meer combineren met hun activiteiten hier in de circusschool… Daarbij komt nog dat Limburg blijkbaar voor de rest van België verder ligt dan dat wij de rest van België ervaren. Dus ja, bijna niemand wil tot hier komen. Ik denk dat we qua uurloon heel goed zitten, maar als de lesgevers even lang onderweg zijn als ze lesgeven, dan wordt het heel moeilijk, natuurlijk.”

Jullie werk wordt niet vergoed?

Lauro: “Ik neem de dagelijkse werking, de boekhouding en nog een heleboel kleinere zaken voor mijn rekening. Ik zorg dat de boel draait. Mijn collega ondersteunt mee op het didactische vlak. Hiervoor worden we niet verloond, wel voor onze lesuren. Mijn vaste job is de dagelijkse leiding over Theater Elckerlyc in Antwerpen. De combinatie van een fulltime job, de gezinssituatie en dan nog de circusschool kan soms pittig zijn. Veel mensen verklaren ons zot. Gelukkig dat zot zijn geen zeer doet en dat zotte mensen op hun plaats zijn binnen de circussector. Hoe zwaar de combinatie soms ook kan zijn, de energie die we ervoor terugkrijgen is het meer dan waard. De glimlach op kinderen hun gezicht of het moment dat onze jongeren van de productiegroep schitteren in hun eindshow, dat is de reden waarom we het doen.”

Kris: “Rudi en ik zorgen voor de dagelijkse werking van het circusatelier en geven ook les.”

Rudi: “Dan hebben we nog Vera. Zij helpt ons met de boekhouding en de administratie. Niemand krijgt daarvoor een loon of een vergoeding.”

Kris: “Het is gewoon niet haalbaar om iemand fulltime te betalen. We hebben onvoldoende werk voor een fulltime en dan spreken we over een bedrag van om en bij de 50.000 euro. Dat is onze volledige omzet.”

Rudi: “We doen het vanuit een drijfveer en een motivatie.”

Kris: “Ja, natuurlijk. Maar stel nu, Rudi, dat we onszelf elke maand 500 euro uitbetalen, zou je je dan meer inzetten?”

Rudi: “Ah neen.”

Kris: “Dat bedoel ik. Het maakt voor ons geen verschil. We hebben allebei een betaalde job. Je moet ook maar twee gekken vinden die al hun vrije tijd in een circusschool willen steken. Draai of keer het zoals je wil: je voelt het wel wegen na vijf jaar.”

Rudi: “Maar als je dan een nieuwjaarsbrief krijgt… dat maakt het zo weer goed.”

Kris: “Of er komt een ouder naast je staan die zegt: ‘Die sfeer hier is geweldig. Dat is altijd thuiskomen.’ Of een jongen zegt tijdens

© Kevin Faingnaert
© Kevin Faingnaert

het tonlopen: ‘Op school pesten ze me altijd, maar hier kan ik mezelf zijn.’ Daarvoor doen we het.”

Krijgen jullie steun uit de circussector?

Lauro: “We kunnen bij het Circuscentrum altijd terecht voor vragen of advies. Ze springen bij in de kosten van externe lesgevers. Dat zijn professionele, heel goeie lesgevers die een workshop komen geven in een bepaalde techniek waar onze lesgevers nog geen of weinig expertise in hebben. Van bij onze opstart werken we heel nauw samen met Ell Circo d’Ell Fuego. Ze hebben ons op weg gezet met advies over de verzekering, de werking, de boekhouding van een atelier. Wij leveren soms lesgevers voor hun kampen, of zij spelen opdrachten door als ze er geen tijd of ruimte voor hebben, of als wij iets binnenkrijgen dat te groot is voor ons, geven wij dat door aan hen.”

Kris: “Wij hebben niet zoveel aan de steun van Circuscentrum, buiten dan de tegemoetkoming in de vergoeding van externe lesgevers. Alle meetings gaan door in Gent op de meest onmogelijke uren. Speciaal voor ons schuiven ze dan naar 18u. Maar hoe geraken wij daar op tijd vanuit Limburg terwijl we fulltime werken? Het zou fijn zijn als er meer steun zou kunnen komen, maar onze hoop ligt niet in die richting. We hebben wel contact met andere circusateliers, zoals Locorotondo in Herentals, ’t Sirk in Mol, Ell Circo d’Ell Fuego in Antwerpen, Cirkus in Beweging in Leuven…”

www.circusstreken.be

www.arttomovevzw.be

www.balancirk.be


Auteur: Gwendolien Sabbe
Dit artikel verscheen in Circusmagazine #82 (maart 2025)