Elke circusplek zijn anekdote

(Meer) ruimte voor circus! In onze wildste dromen poten we in elke stad en gemeente een gebouw of een tent neer op maat van circusactiviteiten. Momenteel heeft Vlaanderen echter ook al een aantal waardevolle circusplekken, zo toont de landschapstekening. Fotografe Sarah Vanheuverzwijn trok Vlaanderen door, luisterde naar verrassende anekdotes en bracht enkele interessante circusplaatsen in beeld. Zelf een leuke circusplek ontdekt? Delen op sociale media met de hashtag #ruimtevoorcircus is de boodschap.

CIRCUS BARONES

Dat ze bij Barones na zeven generaties wel weten hoe ze een tent moeten opzetten, mag dan al duidelijk zijn, de omstandigheden zijn toch altijd weer anders. De gemiddelde medewerker van het traditionele circus is daarom niet alleen artiest, maar ook loodgieter, lasser, mecanicien, elektricien, afficheplakker, poetsdienst en eens te meer professioneel improvisator. Circus is geen job maar een lifestyle, het circus als organisatie dan weer een logistiek voorbeeldbedrijf. Ondergronden durven al eens te zacht te zijn met als gevolg dat er tot een gat in de nacht vrachtwagens van het terrein moeten gereden worden. En dan zijn er nog altijd de twijfelachtige weersvoorspellingen.

Circus Barones
© Sarah Vanheuverzwijn

Voorspelde storm die uiteindelijk niet uitbreekt zorgt voor onnodig veel voorzorgen en werk. Helaas is het omgekeerde ook niet min. Zo werd er ooit wind aangekondigd terwijl de tent al rechtstond, maar een circustent kan wel tegen een stootje – en sowieso mag er gespeeld worden tot windsnelheden van 80km per uur. Niets wat ze daar niet gewoon zijn, dus ‘the show must go on’. Tijdens de show nam de wind echter onaangekondigd ongeziene proporties aan en een telefoontje van een collega die zijn tent de wijde wereld zag invliegen volstond om meteen in te grijpen. Op zo’n moment ligt de prioriteit bij de veiligheid van het publiek, dus werd iedereen meteen naar huis gestuurd, maar dan was er nog steeds de tent zelf, natuurlijk. Een kwartier later is de hel losgebarsten. De piketten van de hoofdmast zijn losgekomen, opleggers zijn weggeschoven. Er werden nog meer piketten geslagen en nog meer vrachtwagens geplaatst die moesten helpen de tent op haar plek te houden. Geen enkele medewerker mocht de tent nog in. Dankzij de snelle reacties en jarenlange ervaring is de tent alsnog blijven staan, het gemiddelde muziekfestival had vermoedelijk een iets dramatischere afloop gekend.

barones
© Daan Duchi

CIRCUSPLANEET – KERK VAN MALEM

circuskerk
© Jakob Rosseel

In 2015 kocht Circusplaneet via een openbare verkoop de Onze-Lieve-Vrouw van de vrede-kerk in de Heldenhulde-wijk, in de volksmond ‘de kerk van Malem’ genoemd. Bij het ondertekenen van de akte bleek Rachel echter niet inbegrepen te zijn in de verkoop. Voor wie Rachel nooit ontmoet heeft, ze weegt om en bij de 400 kilo en valt dus moeilijk te transporteren. Het betreft hier de torenklok die te gepasten tijde de hele buurt op de hoogte brengt van het feit dat het leven zonet alweer een uur korter is geworden. De klok werd pas enkele jaren later opgehaald door Clock-o-matic, een firma gespecialiseerd in kerkklokken. De wandklokken aan de buitenkant van de toren bleven achter, niet langer aangedreven door de motor. Dat het sindsdien in Malem altijd vijf voor twaalf is, is het aandeel van Renaud, lesgever en verantwoordelijke voor de infrastructuur, die iets later bij toeval een hoogtewerker ter beschikking had en altijd in is voor een practical joke. Telkens er in de circuskerk venstertjes sneuvelen is het ook hij die ze in een mooi kleurtje vervangt. Het glas daarvoor wordt besteld bij Atelier Mestdagh, de enige concurrent bij de openbare verkoop van de kerk. Uit sympathie naar het schijnt.

planeet
© Sarah Vanheuverzwijn

Omdat ze het idee hadden om de verbouwingen niet achter werfhekken weg te stoppen, werd er een artistieke programmatie gelanceerd waarbij de vooruitgang telkens zou kunnen bezichtigd worden door sympathisanten. Eén daarvan was ‘Hotel Malem’, waarbij de kerktoren werd ingericht als zitplaats en slaapkamer. Naast de bedenkers zelf - Sander en Jordaan De Cuyper - bleven enkel Ruben Mardulier en Michiel Deprez er ooit overnachten. Dat het hele idee wat succes miste, is vermoedelijk te danken aan het feit dat de kerktoren toch vooral donker, vochtig en kil was, dat slapen tussen de duivenstront minder romantisch bleek dan verwacht, dat het niet brandveilig was en overnachters er als souvenir vooral stoflongen aan overhielden. Op heden is de kerktoren enkel nog te bereiken via de bureaus op het eerste verdiep. Het onopgemaakte bed staat er nog (circusgewijs rechtop), voor wie zich alsnog geroepen voelt.

WINTERCIRCUS – GENT

De huidige invulling van het pas heropende Wintercircus mag dan nog weinig met circus te maken hebben, het gebouw kent een rijke circusgeschiedenis. Het werd in 1895 gebouwd op een afgebrande katoenfabriek door een groep van Gentse notabelen, ofte ‘de Gentse ruiterclub’, en kreeg de naam ‘Le Nouveau Cirque’, want Gent telde immers al een kleiner circus. Dat ze voor de bouw van dit 15.000 vierkante meter-tellende complex met een capaciteit van om en bij de 4000 toeschouwers, onder andere een nog volledig intacte middeleeuwse leerlooierij hebben platgegooid, werd echter nooit gerapporteerd aan de stad.

wintercircus
© Naturoof

Terwijl er voor de bourgeoisie 40 loges en een koninklijke suite voorzien waren, kwam het grote publiek op tribunes rond de scène te zitten. Rond de eeuwwisseling vonden er vooral dierenacts plaats. Olifanten werden onder begeleiding van een rijkswachter vanaf de zoo in het Muinkpark doorheen de straten richting olifantenhelling geleid, onder luid gejoel van de hele buurt. Moeder olifant Betsy trad op, maar vooral haar zoon Jake werd de mascotte. Bij het sluiten van de zoo was Jake nog onder de levenden. Hoewel de mythe rondgaat dat hij door de buurt geslacht werd, stierf hij een natuurlijke dood. Hij werd daarna, u leest het goed, in de worsten gedraaid van een Amsterdams vleesverwerkingsbedrijf. Nu heeft u alvast iets om over te mijmeren wanneer u plaatsneemt op de huidige zitbankjes met zijaanzicht in de vorm van een olifant.

wintercircus
© Sarah Vanheuverzwijn

Het Wintercircus bleef erg populair tot net voor de Tweede Wereldoorlog. De focus veranderde echter meer en meer van dierenacts naar spectaculaire acrobatie en porseleinen-bordendraaiers. De sterkste man van Rusland kwam er staal plooien, Native Americans moesten hier verplicht nummers komen opvoeren. Het Wintercircus is op de koop toe ook de plek waar de eerste blote borsten getoond werden. En ja, daar zijn beelden van. Net voor de Tweede Wereldoorlog ging het circus failliet door de economische recessie en de concurrentie van cinema, radio en pers. Het gebouw deed nog dienst als ontmoetingsplaats voor Amerikaanse en Canadese soldaten, in het weekend als feestzaal. Ook zouden er ooit champignons gekweekt zijn, op de dierenmest die nooit deftig werd opgeruimd. Naar het schijnt is dat intussen wel gebeurd.

MAD Festival - Antwerpen

mad
© Robin Vandenabeele

In Antwerpen vindt sinds een paar jaar het MAD Festival plaats, een organisatie van Kunstenlab, waarvan Dré Demet en Phyllis Van den Abbeele trekkers zijn. Dat de opbouw van zo’n festival zo nu en dan nogal wat voeten in de aarde heeft, moge duidelijk zijn.ussen de kasseistenen op het Asiadok piketten slaan, is goed te doen, maar onder Park Spoor Noord lopen nogal wat leidingen, afvoerbuizen en sproeisystemen waardoor dat niet eender waar zomaar kan. Goede afspraken maken goede vrienden, grondig overleg met de groendienst van de stad is dan ook aangewezen. Toch loopt het af en toe mis. Bij de laatste editie moest last-minute anderhalf ton zandzakjes voorzien worden omdat de spiraalconstructie van Cie Rhizome/Chloé Moglia van 7 meter hoog en 18 meter lang, op de verkeerde plek bleek te staan en piketten niet mogelijk waren. Op zich nog wel doenbaar, ware het niet dat auto’s verboden zijn op het gras. Een hoop medewerkers hebben dan maar wandelend de zakjes één voor één naar de juiste plek gebracht.

De tenten van het festival komen elk jaar op het Asiadok. De woonbootbewoners aan de kade van het dok zien het festival graag terugkomen en verbroederen met crew en artiesten. Aan de overkant van het water staat een leegstaande graansilo, aan de andere kant van het terrein het nieuwe ziekenhuis. Met het ziekenhuis werkt MAD samen voor de catering van artiesten en medewerkers, in ruil krijgen de medewerkers en patiënten van het ziekenhuis voldoende gespreksstof en verstrooiing. Ook de leegstaande graansilo zou dienst gaan doen voor het festival. Vanuit een raampje van de graansilo zou een koorddanseres het water oversteken. Maar dat plan moest geannuleerd worden, om twee redenen.

mad
© Sarah Vanheuverzwijn

Het water eronder zou niet vrij kunnen gemaakt worden van beweging en boten, wat voor koorddansen een voorwaarde is. Daarnaast bleek de silo binnenin bezaaid met een dikke, stinkende laag dode duif op een bedje van duivenstront. Artiesten zijn het nu wel gewoon in verschillende omstandigheden op te treden, maar dit vonden ze er zelf toch een beetje over. De silo werd dan maar gebruikt om een gigantisch MAD-logo op te projecteren, kwestie dat de hele buurt het mocht weten.

DOMMELHOF - PELT

wintercircus
© Dommelhof

Provinciaal Domein Dommelhof is meer dan enkel een circuswerkplek, ook het beheer van een hostel met zo’n 110 bedden, sportfaciliteiten en een klimmuur behoren tot hun bevoegdheid. Wanneer de theaterzaal niet hoog genoeg blijkt voor bepaalde circustechnieken, wordt hun bijhorende sportzaal omgebouwd tot black box. Dat gebeurt steevast tijdens het festival Theater op de Markt dat tweejaarlijks op het domein plaatsvindt. Tenten kunnen dan weer worden opgezet op een voormalig afsluitbaar tennisveld, of op het sportveld vlakbij, ook van hen. En dat allemaal midden het groen. Een mens zou voor minder dáár op residentie willen.

dommelhof
© Sarah Vanheuverzwijn

Daarnaast heeft Dommelhof een eigen metaal- en houtatelier, voor kleine tot heel grote projecten, waar ook circusartiesten zich tijdens residenties af en toe kostelijk amuseren. Met gedumpte fietsonderdelen gevist uit de Dommel worden er onder meer nieuwe bakfietsen gemaakt. Ooit reden ze met twee van die zelfgemaakte fietsen richting Parijs. Ze bereikten hun bestemming, maar de uiteenvallende fietsen werden wijselijk in de lichtstad achtergelaten.

Naast een hoop vaste medewerkers die de boel draaiende houden, huist er ook een kat. Hoe het beest daar terechtkwam blijft een flou gegeven, maar feit is dat ze er nu onmogelijk nog weg kan. Gedaan met het maandagochtendhumeur of eventuele wrevel tussen collega’s, het beest fungeert als ware bliksemafleider en wordt door iedereen graag gezien. De kosten voor haar verzorging worden gedeeld onder collega’s, die soms zelfs in het weekend opdraven om haar van de nodige aandacht te voorzien. Mand op tafel tussen de laptops (naar verluidt veranderde ze al menig paswoord terwijl ze over toetsenborden flaneerde), trapjes tegen de muur om tussen de stellingen te geraken. In sommige deuren werden zelfs kleine doorgangetjes gemaakt zodat ze vlot overal heen kan.

Omdat er aan directieleden nooit echt toestemming werd gevraagd - het beest kwam tenslotte ‘op een dag gewoon aanwandelen’ - kreeg ze de naam Shuko, verwijzend naar de stekkers die al eens gebruikt worden door de technici. Niemand die zich op die manier vragen zou stellen wanneer iemand vroeg ‘waar de Shuko nu alweer was’. Dat Shuko vooralsnog nooit op de scène belandde tijdens een voorstelling mag een wonder genoemd worden, maar kennelijk heeft ze het niet zo voor het grote publiek.

Auteur: Sarah Vanheuverzwijn
Dit artikel verscheen in Circusmagazine #81 - special in het kader van de landschapstekening (november 2024)