Immaterieel cultureel erfgoed is het geheel van gewoontes, kennis en praktijken van vandaag, die mensen hebben verkregen uit het verleden en willen doorgeven aan toekomstige generaties. Met het bewaren van deze praktijken kan erfgoed overleven en zo wordt ook de overdracht veiliggesteld. Ook voor Vlaanderen zou een erkenning van circus als immaterieel cultureel erfgoed mooi zijn. Maar wat zijn de voordelen van zo’n erkenning? En waar loop je mogelijks tegenaan bij de aanvraag? Een bezoek aan plekken waar de erkenning wél al een feit is.
Nederland, december 2013
Artiest en artistiek directeur van Cirusstad Festival, Menno van Dyke, herinnert zich de erkenning in Nederland nog goed. Ineke Strouken en Arie Oudenes namen het initiatief en hun werk werd al snel gesteund door verschillende sleutelfiguren binnen de Nederlandse
circuswereld. De aanvraag werd uiteindelijk ingediend door Circuscultuur, de organisatie die traditionele circussen in Nederland vertegenwoordigt. De Nederlandse overheid en het Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland (dat is de organisatie die het UNESCO Verdrag uitvoert), erkenden circus op basis van Europese criteria, inclusief de verscheidenheid aan expressies en gemeenschappen.
“De erkenning had een verenigende werking en stimuleerde de fusie van het traditionele, hedendaagse, educatieve en sociaal circus tot een breder netwerk. In 2019 onderging Circuscultuur een transformatie. Onder de nieuwe naam Circuspunt bracht het de Vereniging van Nederlandse Circus Ondernemingen (VNCO) - die de traditionele rondreizende circussen vertegenwoordigt - en Circomundo - die social circus en jeugdcircus vertegenwoordigt - samen in een ondersteunende organisatie met een platformfunctie voor de verenigde Nederlandse circussector.”
In het geval van Nederland waren het in eerste instantie de traditionele spelers met hun rondreizende circussen die behoefte hadden om erkend te worden als immaterieel cultureel erfgoed. Maar al snel groeide het besef dat het noodzakelijk was om de bredere verscheidenheid aan circusvormen hierbij te betrekken.
“De erkenning als immaterieel erfgoed vertegenwoordigde een gemeenschappelijk doel. Het zorgde ervoor dat de verschillende spelers hun kennis met elkaar deelden, waardoor het circus sterker werd, het de categorisering oversteeg en serieus werd genomen als verenigde gemeenschap. Binnen Circuspunt werden werkgroepen gecreëerd die zich op diverse onderwerpen richtten – van de behoeften van artiesten tot tentvoorschriften – waardoor duidelijk werd dat traditionele en hedendaagse circusorganisaties soms dezelfde noden hebben.”
“Tegenwoordig is er bijvoorbeeld het Festival Circolo, waarbij verschillende hedendaagse circusvoorstellingen worden opgevoerd in een tentendorp. Via de werkgroep van Circuspunt wisselen het festival en de traditionele circussen kennis uit over circustentvoorschriften en bespreken ze de relevantste veiligheidskwesties.”
Federatie Wallonië-Brussel, februari 2021
In de deelstaat Wallonië kwam de aanvraag voor erkenning voort uit de behoefte om de relatie tussen traditionele circussen en lokale, Waalse en Brusselse overheden te behouden en te versterken. Sinds februari 2021is het traditionele rondreizende circus erkend door de Federatie Wallonië-Brussel, dankzij een aanvraag die werd ingediend door Alain Gombert van Chabri Circus.
In 2018 ontstond het idee om een aanvraag te doen voor erkenning als immaterieel cultureel erfgoed. 2018 was dan ook het jaar waarin het moderne circus zijn 250-jarige bestaan vierde. “Ik raakte geïnspireerd door de verschillende vormen van circuskunst die te zien waren tijdens Focus Circus Brussel. Hoewel de Brusselse media zich richtten op de kunstvorm zoals die in de jaren tachtig vorm kreeg met de oprichting van professionele scholen, wist ik dat de traditionele Belgische circusfamilies een geschiedenis van ongeveer 200 jaar kenden”, zegt Alain Gombert.
Hij begon onderzoek te doen naar zijn eigen familie en verrijkte de archieven met behulp van andere traditionele circusfamilies uit heel België, die niet wilden dat de circustradities zouden worden vergeten. Alain presenteerde de aanvraag die hieruit voortkwam aan de Federatie Wallonië-Brussel en kreeg de erkenning.
“In het verleden stonden de traditionele circussen los van het cultuurbeleid. De erkenning van het traditionele rondreizende circus in de Federatie Wallonië-Brussel was nodig om de rijkdom te beschermen van de circustradities en van hun leefgemeenschap. Een van de gevolgen was een verbetering van de relaties tussen de circusfamilies en de verschillende gemeenten die het rondreizen faciliteren.”
Het aantonen van de multiculturele aspecten van de gemeenschap, de verscheidenheid in het publiek en de relevante aspecten van innovatie binnen traditionele circusgezelschappen was eveneens van essentieel belang bij de aanvraag. Volgens Alain is de belangrijkste uitdaging voor traditionele circussen het cultiveren van communicatie en samenwerking met instituten en innovatieve artistieke expressie.
Momenteel werkt hij samen met hedendaagse circusorganisaties als Archipel 19. Bovendien heeft Circus Chabri een kwaliteitslabel gekregen als instituut dat het cultureel erfgoed van het circus heeft veiliggesteld. Ook dit is een vorm van erkenning die de traditionele circussen bekrachtigt en die de relaties met de steden verbetert. Voor Alain is de volgende stap na de erkenning het oprichten van een federatie van traditionele circussen in Wallonië, om zo het integratieproces tussen rondreizende circussen en overheden voort te zetten.
Duitsland, maart 2023
In Duitsland was dan weer de definitie van circus als een onafhankelijke vorm van podiumkunst cruciaal, inclusief alle verschillende vormen en podia, evenals het benadrukken van de algemene kenmerken en het definiëren van de categorieën. Door te focussen op circus als kunstvorm kon er tijdens het aanvraagproces een verscheidenheid aan circusorganisaties worden samengebracht in een netwerk. Helmut Grosscurth, directeur van de Europese Circus Associatie (ECA) nam de leiding over het project, maar ook andere organisaties leverden constructieve bijdragen aan het beantwoorden van de vragen op het aanvraagformulier: Verband deutscher Circusunternehmen e.V. (VDCU), Bundesverband zeitgenössischer Zirkus e.V. (BUZZ), Bundesarbeitsgemeinschaft Zirkuspädagogik e.V.
(BAG), Zirkus macht stark e.V. (ZMS) en Gesellschaft der Circusfreunde e.V. (GCD).
Jenny Patschovsky, voorzitter en medeoprichter van BUZZ, bevestigt dat de kracht van een sterk heterogene gemeenschap die een verscheidenheid aan circusvormen en -expressies vertegenwoordigde de erkenning van circus in Duitsland als immaterieel cultureel erfgoed het project deed slagen. De aanvraag definieert en onderscheidt circus in al zijn verscheidenheid en benadrukt de relevantie van de rijkdom van de sector, de noodzaak van diversiteit en de uniekheid van deze kunstvorm en de gemeenschap.
De aanvraag zette een proces in gang om het circus een PR-boost te geven en de zichtbaarheid te vergroten, om de Duitse sector te ondersteunen en om de kunstvorm te versterken en meer zelfvertrouwen te geven.
Duitse hedendaagse circusartiesten en -managers zijn in toenemende mate betrokken bij het cultuurbeleid. De erkenning vormt een significante stap in het creëren van bewustzijn over de geschiedenis en artistieke praktijken van de circuskunsten in Duitsland en geeft een hernieuwd vertrouwen in de onmisbare positie van de kunstvorm.
In 2024 organiseerde BUZZ het programma Circus&Heritage – European Encounters als onderdeel van het Europa-Schecks-initiatief van de deelstaat Noordrijn-Westfalen. Er werd een eendaags symposium gewijd aan het onderwerp, in samenwerking met het CircusDanceFestival in Keulen.
Groot-Brittannië, lopend
Tijdens ons gesprek met Martin Burton, voorzitter van de Association of Circus Proprietors (ACP), leren we dat de erkenning van het circus als immaterieel cultureel erfgoed in Groot-Brittannië nog niet is afgerond. Voor Martin is het belangrijk te verduidelijken dat het niet nodig is om onderscheid te maken tussen het traditionele en het hedendaagse circus. Om erkend te worden als immaterieel cultureel erfgoed moet het circus een cultureel instituut en een levensstijl zijn.
In Groot-Brittannië is UNESCO pas eind 2023 erkend als cultureel instituut, en het overheidsorgaan dat over de erkenning van immaterieel cultureel erfgoed gaat is het Ministerie van Cultuur, Media en Sport (DCMS).
De ACP had in juni 2024 een afspraak met de minister-president en met het hoofd van DCMS om erkenning van het circus te bespreken. De afspraak werd echter afgezegd omdat er nieuwe verkiezingen werden uitgeschreven. De nieuwe regering had andere prioriteiten, wat de ACP ertoe aanzette een petitie te starten voor de erkenning van circus als cultureel erfgoed.
In juli 2024 verscheen er een foto van Tweedy de Clown in de landelijke media waarop de artiest, met een komisch grote brief in zijn hand, letterlijk aanklopte bij de minister-president in Downing Street: een effectieve campagne die de behoeften van de circussector onder de aandacht bracht. De ACP wacht momenteel op een nieuwe afspraak met de minister-president.
Auteur: Valentina Barone
Dit artikel verscheen in Circusmagazine #81, special landschapstekening (november 2024)
Circusmagazine is het driemaandelijks tijdschrift voor de circuskunst. Op eigentijdse wijze bericht het over verleden, heden en toekomst van de circuswereld in Vlaanderen and beyond.
Abonneer je hier