Victor Gombert (86), beter bekend als Toto Chabri, was wereldwijd een van de meest bekende august-clowns. Hij toerde in alle continenten, maar amper in België. Voor de reeks Living Circus Treasures graven hij en zijn vrouw Nora in hun geheugen, met verbazingwekkende verhalen over hoe ze elkaar leerden kennen, ballerinascènes en het internationale succes.
>> Door Filip Tielens en Mui-Ling Verbist
>> Terug naar alle Living Circus Treasures
>> Lees ook het artikel over de circusdynastie achter Toto Chabri
In de reeks Living Circus Treasures gaan journalist Filip Tielens en Mui-Ling Verbist van Circuscentrum op de koffie bij een ‘levende legende’ uit het circusveld. Na hun bezoekjes bij Circus Jhony, Patricia De Jonghe, Harry Malter en pater Kristiaan Van der Linden was het deze keer de beurt aan Toto Chabri.
Niet veel verderop, in Sint-Agatha-Berchem, werd Victor in 1932 geboren als zoon van Leon Gombert en Alice Chabre. Victor was enig kind. Zowel zijn grootouders als zijn ouders waren actief in het circus (lees meer over de circusdynastie achter Toto Chabri). Zijn grootouders langs vaders kant runden Circus Sosman, maar dat bestond niet meer toen de kleine Victor werd geboren. Zijn ouders verwierven internationale bekendheid als clownscollectief Les Gomberts en later Les Chabri, zoals Victor hier vertelt.
Een eigen circuscarrière lag dus voor de hand. Toch werd Victor als tiener niet bijster veel ingeschakeld in het circus: hij trad pas voor het eerst op met het familiecircus, Circus Luxor, toen hij 16 was, in Ierland. Zijn vader wilde immers alle opties voor hem openhouden: de jonge Victor moest balletles volgen en piano studeren aan het Conservatorium in Brussel, waar hij een eerste prijs behaalde.
Toch werd Victor, als clown Toto Chabri, een wereldberoemd artiest die goed zijn boterham verdiende. Al heerste er volgens Victor geen vedettencultuur in het circus, in tegenstelling tot de popmuziek van nu en haar inwisselbare sterretjes, waar hij bijzonder kritisch voor is, omdat zij het metier van de showbusiness niet beheersen.
En als er één iets was waarover Victor beschikte, was het wel metier. Victor speelde mee in het clownstrio van zijn ouders. Het was de tijd van Gene Kelly, Fred Astaire en de grote Amerikaanse muzikale komedies, waar de circusfamilie naar opkeek. Zijn andere grote helden waren Charlie Chaplin en Grock, de Zwitserse acrobaat, muzikant, clown en componist. Victor heeft heimwee naar die tijd, toen clowns nog als trio optraden, allerlei kunstvormen combineerden en de lach niet moesten veroveren door lukraak publiek uit de tribunes de piste in te sleuren.
In het clownstrio nam Victor de rol in van de ‘august’, in tegenstelling tot zijn vader, die fungeerde als ‘witte clown’. Victor legt hier nog even uit wat het verschil is tussen beiden, en waarom het zo belangrijk is dat een august beschikt over – wat hij noemt – de ‘vis comica’, een komische inborst. Wat je echter niet mag verwarren met ridiculiteit!
Victor beschouwt circusartiesten niet als ‘createurs’ (makers), maar als artiesten die het clowneske repertoire (her)interpreteren. Al ging hij zelf toch graag nét een stapje verder. Dat kon hij ook, door zijn expertise als danser en muzikant. Dan kan je het publiek al eens vermaken, zoals in zijn befaamde ballerina-act.
Andere favoriete acts van Victor waren ‘miroir brisé’ (de entree van de gebroken spiegel) en ‘charge et décharge’ (de entree van de verhuizers). Belangrijk bij zijn optredens als clown Toto Chabri waren zijn kostuum en maquillage. En daarin wou hij afstand nemen van de ‘Angelsaksische stijl’ van groteske outfits en schmink, die volgens Victor enkel tot doel hadden om het publiek te laten schrikken en makkelijk te laten lachen.
Victors muzikale talent speelde een belangrijke rol in de Zwitserse veroveringspoging die hij (toen met zijn familie aan het werk bij Circus Knie) in 1955 deed bij Nora Dedessus Le Moutier (die met haar familie speelde bij Cirque de France). Nora is nu nog steeds onder de indruk van Victors artistieke avances, zo blijkt.
Maar de circustournees gingen verder en er was een tweede, meer radicale poging nodig om elkaar opnieuw te ontmoeten. Omdat smartphones in die tijd nog niet bestonden, had Victor (toen 33) er niet beter op gevonden om de Zwitserse politie in te schakelen om in contact te komen met Nora (toen 28). Tot grote consternatie van de andere circusartiesten…
Victor en Nora trouwen en hebben samen drie kinderen: Aline, Martine en Alain. Aline doet muzikale jonglerie, vooral op cruiseschepen. Martine werkt in Noorwegen bij Circus Agora. En Alain is na tien jaar in het circuscircuit een andere weg opgegaan: hij is nu doctor in de fysica aan de ULB. ‘Het is een verrader’, lacht Victor, die wel apetrots is.
Toen ze een koppel werden, hielp Nora – die zelf ook muzikaal was aangelegd – mee in het clownsnummer van Victors familie. Het was een kleine rol, tot plots Victors vader stierf: op één namiddag tijd moest Nora inspringen en de hele scène leren. Sinds dat moment waren Victor en Nora naast in hun dagelijkse leven ook onafscheidelijk in de piste.
Samen zouden ze de hele wereld rondreizen – onder meer dankzij zijn talenkennis: Victor spreekt liefst acht talen. Ze speelden overal, behalve dan in België – op twee maanden na. Volgens Victor was er toch nog een verschil tussen de Belgische top en de wereldtop – twee keer raden waartoe hij zichzelf rekent…
Die trots is terecht natuurlijk, als je kan optreden in The Ed Sullivan Show en in 2005 uit handen van Prins Rainier een prijs krijgt voor je carrière op het circusfestival van Monte Carlo.
Als icoon van het traditionele circus zijn we ook benieuwd of Victor het hedendaagse circus op de voet volgt. Wanneer hij kan, gaat hij kijken, zo blijkt. Al heeft hij toch een belangrijke boodschap voor de nieuwe generatie: wees minder arrogant en respecteer de traditie!
In 2012 speelden Victor en Nora hun laatste seizoen in Denemarken – Victor was dan al bijna 80 jaar oud. Dat afscheid stemde hem wel niet erg vrolijk. ‘Ik mis het nog steeds’, zegt hij. ‘Waarover moet ik nu praten met mijn buurman? Toch niet over hoe goed de wortelen in de tuin groeien? Mijn enige passie is en blijft de showbusiness.’
Voor we vertrekken, willen we nog graag enkele zaken weten van Victor. Hoe definieert hij circus? Wordt het circus wel genoeg naar waarde geschat? En zou hij, als hij zijn leven opnieuw kon beginnen, terug kiezen voor een carrière in het circus?
Victor Gombert, alias Toto Chabri, stamt af van wat je een ware circusaristocratie kunt noemen. Deze vijfde generatie circusartiesten gaat volgens zijn neef René Chabri zelfs terug op een kermisgeslacht uit de zestiende eeuw.
>> Dit artikel is een aanvulling op deze Living Circus Treasures-reportage over Toto Chabri
>> Auteur: Mui-Ling Verbist
Victor Chabre, de betovergrootvader van Toto Chabri, was als clown actief in het Parijs van de eerste helft van de 19e eeuw. Volgens de overlevering zou hij een van de eersten geweest zijn om pailletten op zijn kostuum te naaien wat hem al snel de bijnaam l’Eclair bezorgde. Bij iedere salto flitste zijn pak als een bliksemschicht. Tot op vandaag draagt zijn nageslacht deze bijnaam als inmiddels officiële naam: Chabre dit l’Éclair.
Harry Chabre, Victors [l’Éclair] zoon richtte rond 1880 de groep Les French op, waarmee hij voornamelijk acrobatische toeren vertoonde maar ook een spectaculaire fietsnummer had uitgewerkt. Zijn zonen gingen verder op dat elan. Harry’s zonen Romain en Victor-Joseph trouwden respectievelijk met Barbe (Antoinette) en Marie De Kock, de zussen van Hubert De Kock van Circus De Kock. In verschillende bezettingen, in combinatie met hun kinderen, maakten zij furore met fietsenacrobatie onder de namen: les Reading, les 3, 4, 5 of 6 Reading.
De familie verzorgde ook muzikaal en komisch amusement als clownsgroep Les French. Romain begon in 1927 met zijn Circus Luxor maar het circus toerde met onderbrekingen omdat de Chabres veel aanbiedingen kregen als de rijwielacrobatentroep Les Reading, maar ook als muzikale clownscompagnie Les French. Na 1938 werd de chapiteau definitief opgeborgen om als Les French gecontracteerd te worden door de beroemde circussen. Victor Jr. en Jojo slaagden er met succes in zich de clownstrioformule van de Fratellini’s eigen te maken. Hun zwager Leon Gombert vervolledigde hun trio als witte clown Leoncio.
Vanaf 1949 gingen Leon Gombert en Alice Chabre, de ouders van Toto Chabri, hun eigen weg als Les Chabri. Victor Jr. en Joseph (die vervolgens bekendheid verwierf als witte clown Jojo French) gingen verder als The French. Toen Victor Jr. stopte, zette Jojo het gezelschap verder met diens zonen, Romain Jr. en René. Dit clownstrio bereikte internationale faam en toerde tot begin jaren ’70. De Belgische circussen waren niet kapitaalkrachtig genoeg om dergelijke succesvolle artiesten te contracteren, het waren kleine circusondernemingen die voornamelijk op familieleden draaiden.
René Chabre zette de traditie verder, eerst met zijn broer Romain Jr. en later met zijn stiefzonen, Rodolphe en Tony Bertolazzi, als The New French.
De rijke geschiedenis van deze circusdynastie toont aan dat ook het ambacht van clown doorheen de jaren enorm evolueerde. Waar de eerste clownsnummers ontstonden uit acrobatische salto’s en komische duo’s die het vooral van visuele gags moesten hebben, zien we dat acrobatische groepen langzaam veranderen naar meer komisch amusement waarin muzikale virtuositeit een cruciale rol speelt. De opkomst van de klassieke clownstrio’s in het naoorlogse circustijdperk doet het belang van verbale nummers toenemen. Drie generaties lang bleef de familie Chabre – Gombert clownsentrees polijsten, aanpassen en bijwerken. Tot hun repertoire behoorden klassiekers als pak op, zet neer (de verhuizers), de wondercabine, de vogelentree, de klarinet, de gebroken spiegel, de pianist en de ballerina.
Maar ook muzikale virtuositeit bleef een grote rol spelen in hun succes. In het ballerinanummer van Chabri zie je ook duidelijk dat het live orkest een duidelijke meerwaarde geeft qua timing. Vandaag is het talige aspect van de clownerie nagenoeg volledig naar de achtergrond verdwenen. Ook livemuziek is verdrongen geraakt door de alles overheersende stereo-installatie.
Bronnen:
>> Beelden: Huis van Alijn
>> De Belgische circusclowns: situering en bespreking, Diederik Dumont, 1996 (ongepubliceerde thesis)
>> Brusselse Circusartiesten, André De Poorter, 2011
>> Belgische Circussen en Foortheaters, André De Poorter, 2005
>> Gesprek met Victor Gombert en Nora Dedessus du Moutier, Zellik, 3 mei 2019