In een tweejarig onderzoek graaft circusartiest Bram De Laere onder het stof van 250 jaar circusgeschiedenis op zoek naar de oerziel van de clown. In deze rubriek brengt hij telkens een Belgische circusclown voor het voetlicht. Deel V: Charles (en Charlie) Pauwels.
“Ik ben een zevende generatie circusartiest. Mijn vader, een zeer geliefde witte clown, heette ook Charles Pauwels. Mijn vroegste herinnering is dat hij met mij in zijn armen naar de sterren kijkt. Hij leerde me om me klein en vol respect open te stellen voor mens en maatschappij. Want boven alles zijn we allemaal gewone mensen. Mijn moeder komt uit Hongarije en ook zij stamt af van een circusdynastie. Anna Catharina Eötvös heette ze, maar ze werd door iedereen ‘Anyukam’ genoemd, wat zo goed als ‘lieve mama’ wil zeggen. Ze was een geweldige jongleur, zoals velen uit de Eötvös familie.
Mijn kindertijd spendeerde ik zes maanden per jaar in Parijs. We hadden er een vaste stek in de Jardin d’Acclimatation. Tijdens de week gingen we gewoon naar school. Maar op woensdag en in het weekend stonden we al vanaf we konden lopen in de piste van het circus. Mijn broer, Marquis Pauwels Junior, had nooit echt interesse voor school. In zijn rugzakje zaten geen schoolboeken maar hoefijzers en pikante boekjes. Hij voerde er een lucratief handeltje mee.
Na zes maanden op dezelfde plek vertrok onze familie telkens op rondreis in Frankrijk. Vooral in Bretagne was ons familiecircus ‘Cirque Pauwels’ erg geliefd. In die tijd werd het circus elke dag op- en afgebouwd in een ander dorpje of stad. Samen met de familie, grootvader Pepête, mijn nonkel Marquis (van Circus Samuel Pauwels, red.), mijn vader en moeder en nog één of twee andere families werd alles klaargespeeld. Een huzarenstuk! Want we hadden een tent waar zeker zevenhonderd mensen in pasten en in die tijd bestonden er nog geen automatische hamers voor de piketten of vorkheftrucks voor de masten.
Toen ik wat ouder werd, was ik blij wanneer we terug op tournee vertrokken. Ik was nogal een sloeber en had in elk stadje een ander schatje. Dat waren nogal tijden! Tot zes uur ‘s morgens naar de discotheek en om zeven uur de tent beginnen opbouwen. Het was een vorm van topsport.
Ik was heel polyvalent in het circus. Ik had een act met de rola rola, ik deed ladderbalans, trampoline, main à main, jonglage maar ook antipode en ik had een sterk handstandnummer. Ook al waren mijn vader en grootvader grote clowns, ik heb nooit de maquillage of de kostuums van de klassieke clowns gedragen. Maar toch zat er altijd een komische noot in mijn optredens. Samen met mijn broer heb ik wel klassieke clownsnummers gebracht. Vooral onze routine met de ballonnen, waar de ene na de andere ballon ontploft, had veel succes. Ooit heeft er een vrouw in haar broek geplast omdat ze niet bijkwam van het lachen!
Het meeste heb ik geleerd van mijn grootvader Pepête. Mijn vader was bezig met het regelen van de circuszaken dus zorgde Pepête voor mijn circustraining. Hij was heel strikt. Want een flikflak moet je niet als een chimpansee springen. Als ik na twintig keer proberen nog steeds mijn armen niet gestrekt had, deed hij wel eens zijn riem uit om mij een klets op mijn kont te geven. Maar de training was al bij al schappelijk.
In 1991 zijn we na een reeks gala’s definitief uit Frankrijk vertrokken richting België – terug naar de wortels van onze familie, met de Gentenaar Frédéric Pauwels als stamvader. Voor die tournee zochten we nieuwe artiesten. Dat gebeurde destijds via de telefoon. De Dakota’s waren nog beschikbaar en aangezien mijn vader ze kende, nodigden we ze uit om het seizoen bij ons te werken. Negenentwintig jaar later reis ik nog altijd met Ilaila Taini ‘Dakota’ rond. Niemand had toentertijd gedacht dat ze de vrouw van mijn leven ging worden en me drie prachtige kinderen zou schenken.
Mijn oudste zoon heb ik uit respect voor mijn vader en overgrootvader ook Charles genoemd. In de familie zit er een traditie in het doorgeven van namen. Van oud naar jong heten we Charlot (mijn vader), Charles (ikzelf) en Charlie (mijn oudste zoon). Charlie is intussen zeventien en werkt als august. Hij heeft het komische en muzikale talent van zijn grootvader geërfd en leeft en werkt in het circus. Ook mijn dochter Talia, die nu acht jaar is, zet haar eerste stapjes in de piste. Voor mijn jongste zoon van vier maand is het nog koffiedik kijken, maar ik heb alvast grote dromen voor hem. In zijn snoetje is nu al een echte entertainer merkbaar.”
Charles in ‘t kort
Geboren in Bristol (UK) op 1 mei 1976
Gehuwd met Ilaila Taini ‘Dakota’
Heeft drie kinderen, waaronder Charlie Pauwels (17, rechts op de foto)
Dit artikel verscheen in Circusmagazine #62 (maart 2020) // Auteur: Bram De Laere // Foto: Michiel Devijver // Voor overname: contacteer maarten[at]circuscentrum.be // Alle info over het onderzoeksproject ‘Laat me niet lachen’ van Bram De Laere vind je op bramdelaere.wixsite.com/laatmenietlachen.