In een tweejarig onderzoek graaf circusartiest Bram De Laere onder het stof van 250 jaar circusgeschiedenis op zoek naar de oerziel van de clown. In deze allerlaatste aflevering laat hij – op expliciete vraag van Circusmagazine – zichzelf aan het woord.
In ‘t kort
Geboren als Bram De Laere op 22 september 1988.
Opleiding: Espace Catastrophe, ACaPA, ESAC.
Werkte bij: Circus Rose-Marie Malter, Circus Pipo, Tik Tak Circus
In ‘t lang
“Het is intussen twee jaar geleden dat ik van de Vlaamse Overheid een beurs kreeg om op zoek te gaan naar het immaterieel cultureel erfgoed van tweehonderd jaar circusclownerie. Maar het was niet de eerste keer dat ik tussen modder en zaagsel op zoek was naar de saga’s en relikwieën van ons circusverleden.
Als zestienjarige knul kreeg ik samen met een vriend de kans om tijdens onze schoolvakanties mee op tournee te gaan met het wijlen Circus Rose-Marie Malter. Het was geen plezierig uitje want we draaiden mee zowel als knecht als artiest. We hielpen de verschillende tenten en hun interieur op te zetten. En aangezien er meer dan tien paarden waren, moest er telkens een container zand in het midden van de tent gelost worden. Twee ton Noordzeestrand verplaatsen met een kruiwagen en een enkele schop.
Van het circus kregen we een kleine caravan zonder bed of kookvuur. Slapen deden we op de zeteltjes of op de grond. En om te eten kregen we alles uit de barwagen. ‘s Morgens pannenkoeken, ‘s middags hotdogs en ‘s avonds popcorn met een suikerspin. Op maandag mochten we om ons drinkgeld in de caravan van Rose-Marie. Het was niet veel, maar we waren weg van thuis en op reis met de vreemdste snuiters van boven de taalgrens. We waren vrij en de wereld lag aan onze voeten. Ik was de koning te rijk.
Daar is het circus in mijn bloed gekropen. Tussen het stof en de paardenstront, de verhalen van de sterke man John Massis en Leo, de tandeloze leeuw die in Blankenberge city was uitgebroken om een toertje in ’t stad te maken. Ik heb er zelf ook het een en ander uitgespookt, maar die verhalen hou ik voorlopig liever voor mezelf.
Enkele jaren later besloot ik mijn uit de hand gelopen hobby serieus te nemen. Ik schreef me in aan Espace Catastrophe, een circuswerkplaats in Brussel. Een jaar later mocht ik beginnen aan het Tilburgse ACaPA om het jaar daarna toegelaten te worden aan ESAC in Brussel. Vijf jaar later stond ik met een bachelor in de circuskunsten weer op straat. De circushogeschool was voor mij enerzijds een waardevolle technische leerschool maar anderzijds een stevige desillusie. Na vijf jaar lang zes dagen op zeven, acht uur per dag trainen kon ik wel een straf technisch staaltje vertonen. Maar verder was ik het trainen moe en mijn liefde voor het circus was uitgedoofd.
Daarom besloot ik op reis te gaan om mijn horizon te verleggen. Het is pas vijf jaar later dat een oud bevriend circus mijn pad weer kruiste. Marquis Cohen overtuigde me om opnieuw met hem en het Circus Pipo op pad te gaan. Samen met Natasha Heppenheimer en Marquis vormden we een klassiek clownstrio. We hebben heel wat dorpjes doen daveren met onze clownentree van William Tell. Maar ook mijn technische routine op het slappe koord kreeg een centrale rol in de show. Stilaan begreep ik weer waarom ik ooit van circus was gaan houden.
De afgelopen twee jaar werkte ik nauw samen met Marquis Pauwels van Tik Tak Circus. Momenteel is hij de oudste circusdirecteur van België. We namen een hele reeks oude clownentrees onder de loep. In 2020 ging ik met hem op tournee om mijn onderzoek uit te voeren in de circuspiste. Maar we weten allemaal hoe dat is afgelopen…
Mijn weg is niet makkelijk geweest. Als je niet uit een circusfamilie komt word je scheef bekeken in het reizende circus. Ik heb steeds met een been in de wereld van het moderne circus gestaan en met het andere in het oorspronkelijke circus. Nu neem ik de tijd om het beste van twee werelden in een optreden te gieten. Want wie weet mogen we in 2021 nog eens werken… Ik hoop jullie te zien als het zover is!”
https://bramdelaere.wixsite.com/laatmenietlachen
Dit artikel verscheen in Circusmagazine #66 (maart 2021) // Auteur: Bram De Laere // Foto: Michiel Devijver // All rights reserved