Het circusgehalte van reutelende machines bij De Machienerie

Bekend als makers van installatievoorstellingen trekken de artiesten van De Machienerie deze zomer van podium naar festival met Odysseus, een voorstelling ‘om te zitten en naar te kijken’. Iets anders dan Carnivale, waarbij interactiviteit bijna het centrale thema is. Een gesprek over de vormen van performances en de rol van het publiek. Dit alles met educatie als rode draad en machinerie als alomtegenwoordigheid.

De Machienerie
©Joke Van den Heuvel

Op 16 april 2022 staat een opvallend bericht in Gazet Van Antwerpen: Groendienst vindt restanten van mammoet in Hoboken. In Park Broydenborg zijn restanten van een mammoet teruggevonden. De groendienst van het district stootte tijdens onderhoudswerken op de overblijfselen van het dier. Het hele weekend worden er archeologische opgravingen verricht.

Op de beelden op de website van Gazet Van Antwerpen zijn archeologen te zien die opvallend veel gelijkenissen vertonen met Maarten en Joris Janssens, twee artiesten van De Machienerie. Geen geschoolde archeologen dus.

Maarten Janssens: “In 1862 werd er een mammoetskelet gevonden in Hoboken. Dat kreeg zijn onderkomen in het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen in Brussel. Nu ze het terug een plek geven in Hoboken wilde het district het hele gebeuren met een promotiestunt onder de aandacht brengen. En daarvoor kwamen ze bij ons aankloppen.”

Joris Janssens: “De afgelopen drie jaar werkten we aan een replica van de mammoet. In samenspraak met paleontologen, het natuurhistorisch museum en met geologen bouwden we het skelet na, op basis van afgietsels van de stukken die hier ooit in Hoboken gevonden werden.”

In april was het dan zover: vier dagen lang mochten de broers opgravingen doen, samen met échte paleontologen en geologen. Of beter: opgravingen ensceneren, studenten archeologie op het verkeerde been zetten en moeilijke vragen beantwoorden over iets waar ze eigenlijk niets van af weten. Hun performance begon ’s ochtends vroeg en liep een hele dag lang, zonder onderbreking. Niet nieuw voor hen, want dat is wat ze ook doen met Carnivale: een performance die steeds afhankelijk is van de mensen die langskomen, van de vragen en van de gebeurtenissen van het moment.

Maarten: “Op de derde dag hebben we moeten opbiechten dat het om een promostunt ging. Een opluchting voor de echte paleontologen ter plaatse, het einde van de performance voor ons. Van onze vierde dag maakten we een educatieve dag. Scholen kwamen langs en we lieten de kinderen zelf opgravingen doen, fossielen ontdekken en vragen stellen aan de echte paleontologen. Misschien hebben we op dat moment wel een vonkje aangewakkerd bij een kind dat ergens diep vanbinnen een interesse heeft voor paleontologie.”

Want vonkjes aanwakkeren en jongeren stimuleren om de kunstenaar in zichzelf te ontdekken, daar draait het bij de broers al veel langer om. Wat 22 jaar geleden begon als Circus Carot, een zootje ongeregeld dat feestjes opvrolijkte met jonglerie-, vuurspuw- en eenwieleracts, stond mee aan de basis van de atelierwerking van het Antwerpse Ell Circo d’ell Fuego.

Joris: “Langs de ene kant waren we bezig met het pedagogische aspect van een circusatelier, langs de andere kant bleven we geboeid door het bouwen van installaties. Vanuit onze technische schoolachtergrond hebben we de basiskennis om zelf constructies te ontwerpen en er was dan ook nog eens een enorme goesting om steeds nieuwe dingen te gaan bouwen: Chinese palen, bascules, trapezes, noem maar op.”

Maarten: “We gingen dan samen naar circusvoorstellingen kijken en na de voorstelling sprongen we stiekem het podium op met onze vouwmeter. Zo verzamelden we alle informatie die we nodig hebben om de installaties zelf na te bouwen.”

Joris: “Dat bouwen bleek uiteindelijk te zijn wat we het liefste doen. We zijn erg trots op de fantastische werking van Ell Circo d’ell Fuego vandaag, maar het lesgeven gaf ons te weinig ruimte om te knutselen en te creëren. Daarom beslisten we vier jaar geleden om met De Machienerie onze eigen weg te gaan.”

De Machienerie
©Joke Van den Heuvel

Toch blijft het pedagogische aspect ook voor De Machienerie belangrijk.

Joris: “Hoe kunnen we iets doen met onze creativiteit, hout, metaal in combinatie met onze ideologie? Hoe kunnen we er kinderen mee bereiken? En zo ontstond onze carrousel waarmee we op een kindvriendelijke manier vertellen hoe de wereld en de zeeën eraan toe zijn.”

Die carrousel breidde steeds uit om uiteindelijk bij het hele Carnivaledorp te stranden. Een kermisdorp vol met buitengewone installaties, absurde intermezzo’s en prachtige attracties die door een vreemd kermisvolkje en de toeschouwer zelf worden bediend en gemanipuleerd. Een installatievoorstelling, waarbij prachtige, zelfgemaakte installaties getoond worden, maar waarbij het pure optreden naar de achtergrond geschoven wordt?

Lisa Patoor (doet de spreiding bij De Machienerie): “De hele Carnivale is eigenlijk een voorstelling van vier uur. Er gebeuren de hele tijd dingen aan, op en rond de installaties. De artiesten zijn constant intensief bezig met acteren, met inspelen op wat bezoekers zeggen of doen. Eigenlijk is dit nog intensiever dan enkel tonen. Voor circusfestivalgangers is het niet uitzonderlijk dat ze zich Carnivale nadien nog beter herinneren dan de voorstellingen waar ze naar gingen kijken.”

Maarten: “Je kan een salto maken, dat is mooi. Maar je kan ook installaties maken, die zijn ook mooi. Je neemt toeschouwers mee naar een andere, magische, soms zelfs poëtische wereld. Daar gaat het om: we houden het circusgehalte hoog, we brengen die specifieke circussfeer die je nergens anders vindt.”

Joris: “Circus is coming to town. Die sfeer.”

Met hun nieuwe voorstelling Odysseus kiest De Machienerie nu toch een ander pad, dat van ‘laat de toeschouwer maar zitten en kijken’.

Maarten: “Dat is het resultaat van de samenwerking met Théâtre La Licorne (Dunkerque, Frankrijk). We zijn daar al langer kind aan huis en via een subsidie om samenwerkingen over de landsgrenzen te stimuleren, zouden we bij hen gaan creëren. Na een eerste creatieperiode waarbij we werkten met post-its, slakken en maskers, kwam Claire (Dancoisne, artistiek directeur bij Théâtre La Licorne, red.) een kijkje nemen. Haar reactie: ‘C’est nul.’ Op die manier wilde ze met ons niet verder werken. Ze vroeg ons om anders te werk te gaan en om te vertrekken vanuit teksttheater en objectmanipulatie.”

Joris: “Wij kenden haar manier van werken helemaal niet. Maar we wilden het wel een kans geven om alles eens vanuit een heel andere, voor ons misschien vreemde manier te bekijken.”

Maarten: “Moesten we plots naar een bibliotheek: de literaire, voor ons onbekende, wereld induiken. Een wereld waar we normaal het liefste van weg blijven, die wereld van dt-fouten. (lacht) Uiteindelijk kwamen we terecht bij de Griekse mythologie. De wereld van zeemonsters en cyclopen was een openbaring.”

De Machienerie
©Joke Van den Heuvel

Aanvankelijk gingen ze aan de slag met maskers, maar dat bleek dan toch niet ideaal. Die laten ze dan maar weg, of misschien toch niet? Dat komen we deze zomer te weten.

Joris. “In de voorstelling komen een honderdtal karakters aan bod. Die karakters zijn niet enkel personages, maar ook objecten die gemanipuleerd worden en… machienerie natuurlijk. Soms is een machien de perfecte manier om bijvoorbeeld een oud personage dat aan alle kanten piept en reutelt neer te zetten.”

Of het nu om een installatievoorstelling gaat of toch een voorstelling met minder interactie en meer ‘gewoon kijken’, machinerie blijft steeds centraal staan. De twee broers gaan zich komende zomer verder specialiseren om nieuwe, verfijnde machinerie te maken.

Maarten: “Joris en ik gaan in de leer bij meester-marionettenbouwer Samuel Petit in Frankrijk. Dat kunnen we doen dankzij een vakmanschapsbeurs van de Vlaamse overheid.”

Joris: “De houtsculpturen van Samuel zijn veel verfijnder, op het vlak van dynamiek en op het vlak van mechaniek. Het zal zeker een meerwaarde zijn om een nieuwe techniek, een ander vakmanschap onder de knie te krijgen en zo niet enkel ons zelf verder te ontwikkelen, maar ook dat specifieke vakmanschap niet verloren te laten gaan.”

En zo is de cirkel rond: van instaan voor educatie naar zelf een leven lang bijleren.

Auteur: Katrijn De Bleser // Fotograaf: Joke Van den Heuvel
Dit artikel verscheen in Circusmagazine #71 (juni 2022)