>> Dit artikel verscheen exclusief online bij CircusMagazine #43 (juni 2015)
>> Auteur: Roland Vermeylen
>> Voor overname: contacteer maarten[at]circuscentrum.be
Circus als conferentie-onderwerp op een universiteit is uiterst zeldzaam. Op weg naar dit uniek gebeuren bezocht ik Cirque Bouffon, een Duits variététheater en het Nederlandse circus Herman Renz. Een volle week circus met daarbij nog een leuke persconferentie rond historische circusboeken en een circusbeurs. Een buitenkans voor een circusfreak en een passende graadmeter van wat circus vandaag zoal kan inhouden.
De Duitse Wilhelms Universiteit van de ‘vredestad’ Münster was in april een week lang het broeinest voor het nieuw opgestart interdisciplinair netwerk voor wetenschappelijk onderzoek rond circus. Met de titel ‘Semiotics van het circus’ werd gezocht hoe zingeving in klassiek en theatercircus tot stand komt. We waren uiteindelijk met een zeventigtal deelnemers uit 14 landen. Opvallend veel jonge, academische vrouwen zijn met passie in het circusveld gedoken. Op zich niet verwonderlijk als je de resultaten bekijkt van het pas gepubliceerde onderzoek van de universiteit van Poitiers waaruit blijkt dat het theatercircus vooral door jonge, hooggeschoolde vrouwen wordt bezocht die hiervoor, vaak solo, grote afstanden reizen.
Opvallend ook hoeveel diversiteit hier te horen is. Dit is ook de hoofdteneur van Jean-Michel Guy, de sociologische onderzoeker van het Franse ministerie van Cultuur. “Er is nog nooit in het circusveld zoveel diversiteit geweest als nu,” betoogt hij. “In Frankrijk leven klassiek en theatercircus én alle mogelijke tussenvormen naast elkaar. Beide werelden gaan er op vooruit. Het klassieke trekt vooral gezinnen en groepen aan en blijft voorspoedig. De theatercircussen overleven dankzij de politieke keuze om hen, net als de klassieke kunsten, te ondersteunen. Theatercircus is in wezen te duur om te overleven en wil/kan/durft zich niet op de zakelijke kant van het circus wagen. In andere landen, zoals bv. Duitsland, waar de politiek deze keuze niet maakt en er dus ook geen extra geld voor vrij komt, komt het theatercircus nauwelijks van de grond.”
Hier nog enkele interessante bedenkingen die ik onthoud van de conferentie:
>> Philippe Goudard (universiteit Montpellier, was zelf circusclown, studeerde nadien artsenij en wordt prof.) zag het circus als een zeer oude, diep existentiële vorm waar veel archetypes door elkaar zijn verweven en die vooral veel gemeenschappelijkheid creëren. Zijn Franse collega Paul Bouissac (universiteit Toronto) gaf zelfs links naar oude, Indische cultuurgebruiken. Circus doorbreekt cultuurgrenzen en de rituelen van het circus werken verslavend. Hij legt zelfs de link met godsdienstbelevingen.
>> De Zweedse Camilla Damkjaer (universiteit Stockholm) gebruikt vooral introspectie bij artiesten. Ze wil, bijvoorbeeld bij handstand, ontdekken welke constructs leven bij de artiest tijdens zijn handstand. Ze wil zo haar eigen coaching in circusscholen optimaliseren. Ze wil ook op die wijze artiesten helpen om nieuwe grenzen op te zoeken. Ze demonstreerde zelf haar introspectie in de workshop door haar eigen, vaak originele, handstandbewegingen uit te voeren en zo reflectief op haar eigen zelf-in-deze-context stil te staan. Uit haar onderzoek blijkt vooral dat artiesten zich exclusief focussen op de polen succesvol/goed versus slecht/mislukte uitvoering.
>> De Franse Sara Benoist (Parijse Sorbonne universiteit) stelt dat na dertig jaar theatercircus de wederzijdse afhankelijkheid van beide circuspolen moet worden benadrukt. Het zich hooghartig afzetten van theatercircus ‘tegen’ klassiek circus is deel geweest van de identiteitsgroei van het theatercircus. Nu kan er verder worden ontwikkeld op een meer volwassen wijze waarbij vooral wederzijdse waardering groeit. In haar studie toont ze aan hoe in alle circusvormen innovatie en vernieuwing leeft. Ze vergelijkt de rol van de spreekstalmeester en komt tot boeiende aspecten als ze nagaat hoe deze aparte rol steeds verder ontwikkelt. Zelfs waar deze aparte rol niet meer is opgenomen, komt hij toch tevoorschijn. Katharina Görgen (universiteit Keulen) sloot hierbij aan met een analyse hoe in de jongste productie van het Franse Plume klassieke circusvormen worden geïntegreerd en zo de cirkel wordt rond gemaakt.
>> Nogal wat onderzoekers stellen hoe circus per definitie verandering, aanpassing, beweging, leren inhoudt. Circus is inherent verbonden aan hanteren van onevenwicht, risico en controle.
>> Elena Lydia Kreusch (universiteit Wenen) onderzoekt hoe circusartiesten omgaan met de polen ‘kunnen thuiskomen’ en het gevoel van ‘steeds ergens op reis én voorlopig’ te zijn. Uit haar onderzoek blijkt hoe vooral de context van een klassiek circus of een tentcircus ervoor zorgt dat deze artiesten zich meer kunnen integreren en zich op tournee, vaak in hun eigen woonwagen, thuis kunnen voelen. Groepen die in theaters optreden en voor wie alles wordt gezorgd door een plaatselijke culturele agent of centrum, blijken uit haar onderzoek zich snel van zichzelf te vervreemden. Ze signaleren ook zelfs intimiteitsverlies. Kreusch vraagt zich ook af hoe circusscholen de jongeren hiervoor bewustmaken en ook of scholen jongeren leren hiermee om te gaan. Het onderzoek van Kreusch is eigenlijk een ‘wetenschappelijke’ bevestiging van de noodkreet die Danny Ronaldo uit om circus te blijven zien als een levenswijze. Het sluit ook aan bij de droom van Simon Bruyninckx die vooral circus ziet als een levenswijze nauw bij een tent.
>> Damkjaer (universiteit voor dans en circus, Stockholm) illustreert hoe elke tijd, elke cultuur zijn eigen beelden, condities, ruimte voor kritische reflecties activeert en zo uiteindelijk ook zorgt voor zelf-transformaties en dynamiek. Zij wil het circus niet intellectualiseren. Zij wil vooral pedagogische processen dynamiseren.
>> Tot slot zagen de Franse proffen het onderscheid tussen klassiek en theatercircus hoofdzakelijk op ideologisch en economisch vlak.
Magische plek
Bij deze conferentie was ook het Cirque Bouffon geïntegreerd. De Fransman Frédéric Zipperlin is in Duitsland blijven plakken en trekt nu al tien jaar rond samen met zijn Keulense levenspartner, de mystieke zangeres Anja Kirps. “We moeten hier serieus vechten om onze plaats op de Duitse markt te behouden. Het dwingt ons om doorlopend hoge kwaliteit te brengen en zo een visitekaartje te zijn voor het theatercircus,” stelt Frédéric.
We zagen met zijn allen de nieuwste productie ‘Quilombo’. Het woord komt uit een Bantoe-taal en verwijst naar een toevlucht of een eigen plaats om je te verstoppen. Een magische plek dus. In een klein tentje met een kleine ronde piste zien we een allegaartje van figuren. Ze werken wat wild met en door elkaar en door deze chaos heen komt toch één gemeenschappelijk ‘goed voelen’. Daarvoor zorgt vooral de humor die als rode draad door het programma loopt. Vooral de Argentijnse excentrieke matadorclown Mariano Carneiro krijgt het publiek op zijn hand. Maar ook Ernesto Terri die met Cynthia Fattori tango danst, zorgt voor verbindende animatie. Een grote rol is ook weggelegd voor het orkest dat soms wordt aangevuld door de mooi in het wit, sacraal geklede Nigeriaan Aziz Kuyathe en de vrouw des huizes, Anja Kirps met haar mystieke zang. Hoogtepunt zijn de Vietnamezen Huynh Thanh Dinh en Le Tran Van Anh met hun spectaculaire hand-op-handact. Le Tran zorgt ook voor de rode draad in alle choreografie.
Jimmy Gonzalez, die net Goud won op het Parijse Cirque de Demain, jongleert met klei en zorgt hier ook voor innovatie. Vijftien artiesten vullen samen deze avond. Eigenlijk is het een circus zonder vaste standaarden. Het heeft iets van het Zwitserse Monti. Regisseur Zipperlin heeft als principe “Entschleunigung” en wil met Bouffon dit waarmaken: langzamer leven, mee met de flow van de ziel en zoeken naar gemeenschappelijkheid. Hij stond met zijn klein tentje op de markt voor het majestueuze universiteitsgebouw en wat weggeduwd tussen de bomen naast de grote, schreeuwerige lentekermis van Münster. Een meer symbolische plek voor zijn wegduiken in zijn magisch toevluchtsoord kan hij zich niet dromen. Quilombo!
Variété
In Münster is ook al tien jaar een GOP variététheater gevestigd. We zagen er Die Clowns Company van de Russische KBG-clown, Edouard Neumann. Een heerlijk spektakel. Ook met vijftien artiesten slaagt Edouardo er in om klassieke en innoverende clownerie tot één verhaal te brengen. De hele GOP en alle medewerkers zijn als matrozen verkleed en ook hier willen ze samen ‘entschleunigen’: de matrozen die komen aanleggen, het publiek, de zaalmedewerkers. Maar langzaam gaat het niet. Het is eerder een wilde vaart met allerlei komische invallen.
Alleen al het Franse duo Serge Huercio en Jacques Schneider met hun innoverende fietsenact (en die zich wonderwel inpassen in het klassieker, Russisch clownsrepertoire) zijn de moeite waard om deze GOP-productie te gaan bekijken. Het is bijzonder knap hoe Edouard zelfs klassieke acrobatie een humortintje geeft. Zo past Alexander Koblikov met zijn heerlijke jonglerie ook hier wonderwel. Vader en zoon Anton en Viktor Franke laten zich ook door de regisseur boetseren zodat het Russische clownsduo er ook weer net anders voorkomt. Kortom, deze GOP productie kan je meermaals zien. Het is eigenlijk een visitekaartje van hoe hedendaags variététheater zich kan ontwikkelen. Na Münster komt deze Clown company dichter bij ons in het Duitse Essen.
Nederlands circus
Richting Münster, dichtbij de Duits-Nederlandse grens, stond het Nederlandse circus Herman Renz. Een prachtcircus waar weer veel is geïnvesteerd. De nieuwe productie ‘WOW’ creëert ook één lang gevoel van bewonderende verwondering. Milko Steyvers is er opnieuw in geslaagd een knap, innovatief circusprogramma uit te bouwen waarmee Nederland op Europees niveau kan wedijveren. Eigenlijk voelen we ons daar wat thuis bij dit imposante, Nederlandse klassecircus. Onze Vlaming Marc Boon doet er al jaren de regie en samen met ‘onze’ lichtregisseur Gilbert Weiser zorgen ze voor een pittige integratie en een hoogstaand, hedendaags kwaliteitsniveau. Uiteraard is ook de artiestenkeuze knap. Het begint ook heel mooi. Als het rode doek zich opent, komen alle artiesten in dezelfde, blauwkleurige outfit in de piste. De eerste wow is er direct. Als de huisdresseur Michael Jarz in de piste komt met zijn zes mooie Friese paarden en zijn alpaca’s is er duidelijk opnieuw verwondering in de tent. Hoe dan ook, dieren in het circus blijven terecht sterke aandachtstrekkers.
In het programma zitten er voor mij enkel toppers. De Fransman Geoffrey Berhault danst op zijn dubbele koord en draait feilloos voor- en achterwaartse salto’s. Een nieuw heerlijk nummer dat snel zijn weg naar de top zal vinden. Eveneens uit Frankrijk is de illusionist Vincent Vignaud. Net als bij Bouglione in Nanterre is hij bijna doorlopend aanwezig met zijn verrassende acts. Hij brengt ze steeds krachtiger en persoonlijker en dat maakt van Vincent een grote artiest die ook zijn groep medewerksters in de artistieke verf zet. Twee Oekraïense Bingo-acrobaten zijn er nu als Alla en Yevheniia separaat van de grote groep bij en brengen een mooi luchtnummer op een artistiek niveau zoals we dat nu al vele jaren van Bingo gewoon zijn. De Franse clown Joanes speelt knap in op Milko Steyvers en dat geeft leuke clownerie. Zelf waardeer ik het zevenkoppig orkest van Robert Rzenik bijzonder. Mathijs te Kiefte brengt als spreekstalmeester klasse en laat het publiek mee genieten van zijn circuspassie. Hij zorgt voor veel verbindingen en dat is ook de sterkte van deze Herman Renz. Dit circus is van Nederland!
Staalkaart
Op één week waren we dus getuige van heel wat reflecties rond het circus en zagen we een mooie staalkaart van de verscheidenheid in het circus en variétéland. Alle drie de shows waren goed bezet en maakten, gelukkig, goede business. Alle drie werken met gemotiveerde en vooral geïntegreerde teams. Het publiek was een staalkaart van waar circus vandaag zijn publiek vindt: bij Herman Renz veel jongeren en multigeneratie-gezinnen in grote groepen die er één groot feest van maken, bij GOP de ‘welgestelde’ veertigers en vijftigers die er, samen met een ander koppel of vrienden of vriendinnen, een avondje uit van maken. Bij Bouffon zagen we vooral de intellectuele, klassieke theater- of cultureel-centrumbezoeker die in het circus vooral aansluiting zoeken bij hun culturele normen.
Als je het mij vraagt, ik zag vooral in alle drie heel veel gemeenschappelijkheid. Het verschil tussen de drie programma’s is voor mij heel minimaal geworden. Zo’n circusweek met heel veel diversiteit en kwaliteit geeft mij in elk geval veel energie, geloof en hoop voor de toekomst!
Meer info
>> Wie meer wil weten over het netwerk voor wetenschappelijke research omtrent circus, kan terecht bij [email protected]enster.de (Franziska Trapp). Zie ook https://zirkuswissenschaft.wordpress.com
>> Circus Herman Renz met ‘WOW’ is nu dichtbij de Limburgse grens. www.hermanrenz.nl
>> Cirque Bouffon met Quilombo speelt nu in Keulen. www.cirque-bouffon.com
>> De Clowns company is nu aan het zeilen bij het GOP Variete theater in Essen. www.variete.de