>> Dit artikel verscheen in CircusMagazine #32 (september 2012). Voor overname: contacteer maarten[at]circuscentrum.be.
>> Auteur: Marie Vandecaveye
Marie Vandecaveye, erfgoedmedewerkster van het Circuscentrum, bespreekt exclusief voor CircusMagazine een interessant werk uit ons documentatiecentrum. Behalve nu. Vandaag wil ze het over een theaterstuk hebben.
Een van de laatste dagen van de Gentse Feesten ging ik in de Norbertijnerkapel kijken naar ‘Allez Allez, Roulez!’, een voorstelling over het turbulente leven van het knappe foorwijf Angèle. Griet Desutter speelt Angèle die aan één stuk door vol overgave vertelt.
Eerst iets over de bijzondere locatie. De 400 jaar oude Norbertijnerkapel is een speciale plek midden in het Patershol. De kapel is een door vier muren omringde koker, met een zanderige ondergrond, en met een erotisch glasraam (met dank aan Wim Delvoye) als enige eyecatcher. Bij het binnenkomen mogen we van Angèle zelf een klapstoelke pakken om op te gaan zitten; het publiek wordt direct in de voorstelling gesmeten. Tegen een zijmuur van de kapel staat een kleine bestelwagen geparkeerd met open koffer; Angèle haar huis, zo blijkt gaandeweg, want ze is op de vlucht voor deurwaarders die haar alles wat ze bezit willen afpakken.
Terwijl ze op haar campinggaz-vuurtje een potje oploskoffie probeert te zetten vertelt Angèle. Over haar mannen, haar molen, haar grootvader, haar moeder, de business. Een leven vol miserie heeft ze gekend, maar ze is altijd blijven gaan, vandaar ‘Allez Allez, Roulez!’ Angèleke met haar zilveren bodywarmer en luipaardlegging weet haar plan te trekken. En ze is niet op haar mond gevallen. Haar vertelstijl is erg meeslepend. De kermis komt in onze verbeelding tot leven, hoe schoon het allemaal is, en hoe lelijk. Maar altijd verlokkelijk.
Herwig Deweerdt schreef de tekst en regisseerde. De voorstelling is een ode aan het leven van forains, aan een stukje geschiedenis van Vlaams volksvermaak, afgebeeld door het persoonlijke verhaal van Angèle. Het stuk is erg aandoenlijk. Door de intensiteit en onstuimigheid waarmee Griet Desutter Angèle speelt, maar ook door een zweem van heimwee naar de gloriejaren van de kermis, ‘toen ze de mensen nog konden verwonderen’.
Nostalgisch zijn kan soms deugd doen, zelfs al gaat het over freakshows en peepshows in zwart-wit. Dat laatste krijg je tijdens de voorstelling te zien wanneer Angèle een prachtige toverlantaarn bovenhaalt die nog werkt. Met dit mooi stukje magie weet ze het publiek toch nog te verwonderen.